Enkele jaren geleden zag Mackenzie Scott haar grote wens in vervulling gaan : als enorme fan van het legendarische 4AD wist de Amerikaanse namelijk een deal voor drie albums in de wacht te slepen bij dat genoemde label. Toen de eerste plaat in lijn – het overigens uitstekende ‘Three futures’ – het licht zag, werd die droom echter compleet aan diggelen geslagen. Het bleek meteen Torres’ laatste release bij 4AD, omdat ze “niet commercieel genoeg” bevonden werd (lees : niet genoeg platen verkocht). Vervolgens belandde ze naar eigen zeggen in de moeilijkste periode van haar leven, waarin ze zelfs serieuze twijfels had of ze wel verder wilde gaan met haar muzikale carrière. Gelukkig voelde ze na verloop van tijd weer de drang om songs te schrijven en vond ze een nieuwe thuis bij Merge, om daar haar vierde album uit te brengen.
Wie hoopt op een aan 4AD gerichte diss-track, mag z’n verwachtingen alvast temperen; Scott maakt er geen woorden aan vuil op ‘Silver tongue’. Integendeel, ze laat zich van haar meest romantische kant zien, want haar pas ontdekte verliefdheid (en alles wat daar komt bij kijken) vormt het centrale thema doorheen de plaat. Vergis je echter niet: dit is niet het type verliefdheid waarbij je je op een roze wolk bevindt. Het betreft hier de soort die baadt in jaloezie en diepe, onbeantwoorde verlangens. De single ‘Gracious day’ is op dat vlak meteen een uitzondering; Torres toont in dit aanstekelijke nummer openlijk haar oprechte gevoelens aan haar vriendin, verpakt in een psychedelische folk-setting. Soms geeft ze ook volledig toe aan haar meer dierlijke driften, onder meer in het excellente, new wave-getinte ‘A good scare’ (“I’d sing about knocking you up under Tennessee stars /In the bed of my red Chevrolet pickup”).
De folkrock van Scotts eerste twee langspelers ligt ver achter haar. Af en toe horen we daar echter ook nog iets van terug, zoals in het eerder genoemde ‘Gracious day’, de ballad ‘A few blue flowers’ en de heerlijke fuzzy rocker ‘Good grief’. Als muzikante zet Torres immers weer enkele stappen voorwaarts. Zo nam ze met succes de volledige productie van ‘Silver tongue’ voor eigen rekening en zijn haar ritme-tracks verfijnder uitgewerkt dan ooit. De talrijke synthesizers vormen een overblijfsel van haar vorige album, maar deze worden hier op een minder koele manier ingezet en vormen samen met het weelderige gitaarwerk een ware streling voor het oor. Luister maar eens aandachtig naar die glorieuze melodie in de refreinen van ‘Two of everything’: je zou van minder warm krijgen.
Het naargeestige sfeertje dat op ‘Silver tongue’ overheerst, stelt ons gerust dat Torres nog lang niet van plan is om enige commerciële toegiften te doen. Ondanks dat deze in dreampop gewentelde nummers wel overduidelijk toegankelijker lijken dan voordien, hangt er een zweem van mysterie rond dit album. Enkel wanneer Torres haar grootse refreinen inzet en haar indrukwekkende vocalen op een plateau serveert, wordt deze mystiek even doorprikt. Dan nog blijf je nog steeds een beetje achter in het ongewisse, wat alleen maar de drang versterkt om deze verslavende plaat opnieuw af te spelen.