Tussen de aankondiging en de uiteindelijke release van ‘Joyride’ zit net geen drie jaar tijd. Het album zou oorspronkelijk eerst uitkomen in de herfst van 2015 maar werd steeds opnieuw uitgesteld, tot frustratie van zowel fans als Tinashe zelf. Tijdens die periode tussen Tinashe’s bruisende debuut ‘Aquarius’ en ‘Joyride’ kregen we dan wel weer enkele (al dan niet zelf gelekte) singles op ons bord én een tussentijdse mixtape ‘Nightride’ in afwachting. Oorzaak van die wachttijd bleek een netelige relatie met haar label RCA en haar management, van voorrang geven aan andere artiesten tot horrorachtige studiosessies toe.
Waar Frank Ocean na labelproblemen zijn verplichtingen wegwuifde met ‘Endless’ en vervolgens op eigen houtje zijn magnum opus uitbracht, blijft Tinashe voor haar tweede plaat trouw aan RCA. Het hobbelige parcours waarover de rollout van ‘Joyride’ verliep eindigt zo uiteindelijk in iets dat sterk smaakt naar een compromis tussen de artieste en haar label. Het album wisselt sterk af tussen zwoele r&b en hitjes gericht op de Today’s Top Hits-playlists en aanverwanten.
Dat laatste is althans waar de singles ‘No drama’ en ‘Me so bad’ sterk op wijzen. Geen van de twee is namelijk een hoogvlieger. De eerste is op het eerste gehoor een catchy, broeierige trap/clubsong, echter opereert hier de bijdrage van Migos-lid Offset vooral als stoorzender . Ook in ‘Me so bad’ bieden gastartiesten Ty Dolla $ign en French Montana meer afbreuk dan soelaas en slagen ze er allerminst in om het nummer op te tillen van het geforceerde dertien-in-een-dozijn reggaeton-popnummer dat het eigenlijk is.
We zijn wél blij dat Tinashe de titelsong ‘Joyride’ voor zich heeft kunnen houden in plaats van het door te spelen aan Rihanna. Hoewel RiRi de track zonder moeite zou aankunnen (de lalala’s zijn haar quasi op het lijf geschreven), houdt Tinashe het met een lage stem minstens even sterk op zichzelf. Als startpunt op het album na een korte interlude lijkt de zangeres voor haar joyride in luttele seconden van de laagste naar de hoogste versnelling te schakelen dankzij haar pittige delivery en de opzwepende productie van Hit-Boy. Geschakeld naar een lagere vitesse, maar minstens even genietbaar is het prikkelende hoogtepuntje ‘Stuck with me’, een samenwerking met Yukimi Nagano van Little Dragon. Het klinkt even tropisch als ‘Me so bad’, maar zonder in clichés te vervallen.
Om de rit in een lagere versnelling verder te zetten biedt de plaat evenwel met ‘He don’t want it’, ‘No contest’ en de trage soul in ‘Salt’ enkele pareltjes. De link naar het werk van Kelela en FKA Twigs is hier snel gelegd, maar de nummers houden zich door Tinashe’s frêle stem en rake melodieën toch goed stand als meer dan genietbare slaapkamer-slow jams. Met ‘Ooh la la’ gaat ze op dat vlak de bocht uit. Het liedje draagt dan wel een onmiskenbare seksualiteit uit, dat irritante piepende bed erdoorheen had echt, écht niet gehoeven en leidt de aandacht iets té hard af van het nummer zelf. De druggy en duizelige sensualiteit in ‘Faded love’ met Future stuurt de plaat dan weer meer op koers.
Eindigen doet Tinashe met pianoballad ‘Fires and flames’, een nummer dat onverwachts breekt met al het voorgaande en uiteindelijk de veelzijdigheid van de Amerikaanse nog eens bevestigt. Ook hier klinkt Tinashe immers geloofwaardig en in haar element. S-parkeren done right.
Op ‘Joyride’ slaagt Tinashe er niet altijd in om even gracieus te balanceren tussen pop-oorwurmen en r&b, maar er zijn genoeg piekmomenten om de mindere liedjes ons hoofd uit te duwen. Hoewel de artieste er een kortere rit dan anders heeft opzitten (‘Aquarius’ en ‘Nightride’ klokten vlotjes boven de vijftig minuten af, deze haalt de veertig niet), is haar focus hier echter minder scherp dan op haar eerste plaat. Desalniettemin valt er buiten wat blutsen en builen weinig schade op te tekenen. Tinashe vertoont nog steeds een talent waarmee ze zich tot een van de interessantste namen in het huidige r&b-circuit mag rekenen.