We hebben er lang op moeten wachten, maar eindelijk is hij er: de tweede langspeler van The Temper Trap, nog steeds een van Australië’s beste exportproducten. In 2009 forceerden ze hun doorbraak met de uitstekende debuutplaat ‘Conditions’. Single ‘Sweet Disposition’ greep de luisteraars meteen naar de keel, en de prominente stek van dit geweldige nummer op de soundtrack van de atypische romantische komedie ‘(500) Days of Summer’ zal hun populariteit zeker geen kwaad gedaan hebben. Met deze titelloze opvolger bewijzen deze heren dat ze veel meer zijn dan een one trick pony. The Temper Trap bewandelt nieuwe paden, maar excelleert nog steeds in hoog-melodische rock waarbij dat tikkeltje bombast hen nog nét iets beter maakt.
Wat deze Aussies het meeste siert, is dat ze niet koste wat kost op zoek zijn gegaan naar een tweede ‘Sweet Disposition’. Integendeel: er is niet echt een nummer dat torenhoog boven de rest uitsteekt. De kwaliteit wordt netjes over de plaat verdeeld: van de naar Editors refererende opener ‘Need Your Love’ tot de fragielere afsluiter ‘Leaving Heartbreak Hotel’ – alleen al die titel is vijf sterren waard – klinkt The Temper Trap opgewekt, afwisselend en bovenal als een band boordevol inspiratie.
De plaat staat immers bol van de interessante experimentjes: het mysterieuze kantje aan ‘London’s Burning’ heeft even tijd nodig om te wennen, maar na enkele luisterbeurten waanden ook wij ons live aanwezig bij de Londense rellen van vorige zomer. Met Joseph Greer werd een keyboardspeler aan de band toegevoegd, en dat is eraan te merken: het keyboard is, nog meer dan op hun debuut, omnipresent op de hele plaat. Zo werkt het riedeltje van ‘Need Your Love’ al vanaf de eerste noot aanstekelijk. Het met synths doorspekte refrein van ‘Dreams’ mag tot de hoogtepunten van het album gerekend worden. Ook hier komen Editors prominent om de hoek loeren: we zouden niet verrast zijn als iemand ons zou wijsgemaakt hebben dat Tom Smith hoogstpersoonlijk de zang voor zijn rekening genomen heeft. En onze kop mag eraf als de beginmelodie van ‘Miracle’ geen goedbedoelde hoofdknik richting ‘Delivery’ van Babyshambles is.
Net als in 2009 zijn de teksten van zanger Dougy Mandagi vlot en aanstekelijk en banen ze zich al snel een weg naar de plek in het brein waar catchy lijntjes worden opgeslagen. Het hoge meezinggehalte van nagenoeg perfecte songs als ‘Where Do We Go From Here’ en het hypnotiserende ‘I’m Gonna Wait’ kan daarvan getuigen. ‘I’m Gonna Wait’ vormt samen met ‘Rabbit Hole’ overigens hét episch-bombastische duo van de plaat. Die explosiviteit blijft een van de hoofdingrediënten van The Temper Trap, en hier bewijzen ze waarom ze dat recept best blijven behouden. In ‘Rabbit Hole’ voel je vanaf seconde één hoe er naar de climax wordt opgebouwd, maar de gitaarexplosie halverwege blijft ook na twintig luisterbeurten een staaltje van puur luistergenot.
The Temper Trap doet op deze cd exact wat we gehoopt hadden: de last, als je dat zo mag noemen, van ‘Sweet Disposition’ van zich afschudden, en zelfs veel meer dan dat: met dit album lijken ze meer dan ooit een eigen gezicht gevonden te hebben. Ze klinken eclectisch, fris, en perfect aangepast aan de tijdsgeest. Wij gaan er alvast vanuit dat ze met dit prachtige album zelfs geen plaats in een filmsoundtrack meer nodig zullen hebben om voet aan de grond te krijgen.
The Temper Trap live zien kan binnenkort in Luxemburg (Den Atelier, 28.06, info & tickets), Werchter (Rock Werchter, 29.06, info & tickets) en Nijmegen (Rockin’ Park, 30.06, info & tickets).
Album verdeeld door PIAS