Een coole jongen uit Brooklyn, wat obscure zangsamples en een netjes afgekuiste low-key productie; samengebracht krijg je de gehypete tweede plaat ‘Potential’ van The Range. Terechte hype? Neen.
James Hinton grasduinde dagenlang op Youtube naar doodnormale onbekende mensen die covers zingen of wat freestylen. Deze opnames gebruikt hij dan als samples die in combinatie met zijn ingenieuze beats een postmoderne collage vormen. Een menselijke connectie laten voelen, daar gaat het voor hem om. In ‘Regular’ lijkt James gebruik te maken van een onzekere interne monoloog van een jonge rapper om zo die onzekerheid door te spelen aan de luisteraars. De hectische vocale mixstijl leent zich er uitstekend toe om dat gevoel te versterken, en bij momenten doemen er gelijkenissen met Burial op. Op ‘Copper wire’ en vooral ‘Five four’, waar het met grime de grimmigere toer op gaat, rijmen de baslijnen met die van die andere Londense producer.
Ook al is dat South London-accent enorm geil, bij tijden raak je het moe. De syncopische wederkerigheid van de vocalen en pianoriedeltjes putten je uit, zeker na een luisterbeurt of twee. Een unieke stijl is duidelijk niet altijd synoniem met ‘aangenaam’. Afsluiter ‘1984’ brengt gelukkig wel variatie via Jamaïcaanse reggaevibes ondersteund door piano. De boodschap “meer spiritualiteit, minder materialiteit” bereikt niet de gedachten zonder duiding van The Range zelf. Leuke sample, meer niet.
Die menselijke connectie is onderwege zoek geraakt. Overmatig gebruik en de manier waarop de samples gebruikt worden bemoeilijken de oorspronkelijke intentie van de artiest. Misschien dat de documentaire die binnenkort verschijnt over de gezichten en verhalen achter de samples een duidelijker beeld kan schetsen.
Album verdeeld door V2