Debuteren met een quasi greatest hits, dat is de luxepositie waarin The Radar Station zich in bevindt. Daar heeft de band met wortels in Tremelo echter hard voor gewerkt. Na aliassen Barefoot And The Shoes en Sun Gods krijgt het viertal als The Radar Station eindelijk erkenning bij een breed publiek.
Die aandacht heeft vermoedelijk minder te maken met de naamsveranderingen en wil met winst bij De Nieuwe Lichting vorig jaar. Groepen als Bear’s Den en The War On Drugs zijn bijzonder populair in Vlaanderen, en dus was het niet verwonderlijk dat een Belgische band die beide combineerde daar ook mee scoorde. Zanger/gitarist Brent Buckler heeft namelijk een stem als een donsdeken: heerlijk warm om onder te kruipen, maar ook verstikkend als het te stevig in je gezicht wordt geduwd. Andrew Davie van Bear’s Den is nooit veraf en in ‘Loony lane’ is de rest van die Britse band ook iets te nadrukkelijk aanwezig. Met The Cure-cover ‘Pictures of you’ en het op eighties synthrock gestoelde ‘Into the mud’ en ‘Face full of lines’ lijkt The Radar Station uit hetzelfde uit de jaren tachtig opgediepte vaatje te tappen als de jongste van School Is Cool.
De afgelopen jaren bewezen de heren al knappe uitwaaierende americana te kunnen schrijven: nummers als ‘The beauty of belief‘ of ‘Zanzara’ dateren van voor DNL-winst, en als Barefoot And The Shoes bracht de band in 2011 en 2013 al twee studioalbums uit. Voor doorwinterde fans is er dus niet bijster veel nieuws te ontdekken op ‘Life inside a tornado’. Experimenteren buiten dat geijkte pad doet de band niet. In het lange, aanzwellende ‘The giant’ hoor je Adam Granduciel bijna de gitaar omgorden, terwijl afsluiter ‘After the tornado’ enkel een banjo mist om op een Mumford & Sons-plaat te belanden. Dat is enkel kritiek als je niet van die bands houdt, want The Radar Station is duidelijk goed in wat het doet en klinkt zeker niet als een goedkope kopie zoals er de afgelopen jaren helaas al te veel passeerden.
‘Life inside a tornado’ is een warme, knap gemaakte plaat die netjes alle kneepjes en clichés van het folkrock-vak afvinkt. Benieuwd of The Radar Station in de toekomst eens uit het oog van de storm durft te komen en het echt laat rommelen. Want hoeveel naamsveranderingen deze gasten ook doorvoeren, momenteel moeten we bij het beluisteren van deze “debuutplaat” nog te hard denken aan de nadrukkelijk aanwezige inspiratiebronnen.