Het Britse drietal The Invisible bracht in 2009 tamelijk onopvallend haar gelijknamige debuut ‘The Invisible’ uit. In het thuisland kon de plaat rekenen op een nominatie voor de prestigieuze Mercury Prize, maar op het vasteland kreeg het album helaas weinig aandacht. Een nieuwe plaat leek er aanvankelijk niet te komen, maar het onverwachte overlijden van de moeder van frontman Dave Okumu zorgde voor nieuwe inspiratie. Erg verrassend is het daarom niet dat ‘Rispah’ – de nieuwe plaat van The Invisible – een stuk donkerder en melancholischer klinkt dan zijn voorganger.
‘Rispah’ is de naam van Okumu’s overleden moeder en volgens de zanger is het album een “liefdesbrief aan de rouw”. Dat lijkt een zwaar thema voor een band die zich voornamelijk toelegde op het schrijven van popmuziek, maar de nieuwe richting pakt goed uit. Vonden we op het debuut voornamelijk goed in het gehoor liggende popliedjes, op ‘Rispah’ treffen we elf zelfverzekerde en volwassen nummers aan die bij vlagen doen denken aan recent werk van Radiohead. De band schiep met ‘Rispah’ een schimmig universum vol melancholische gitaarriffs, jagend drumspel en beladen zang.
Hoewel ‘Rispah’ een consistente plaat is, steken de leadsingle ‘Protection’, het speelse ‘Wings’ en het lijvige ‘Generational’ met kop en schouders boven de rest uit. Toch zijn ook de andere nummers – bijvoorbeeld het zenuwachtige ‘Utopia’ en het ingetogen ‘The Wall’ – erg indrukwekkend en is de groei die The Invisible de afgelopen jaren doorgemaakt duidelijk merkbaar.
Het is knap dat The Invisible haar verdriet en rouw heeft kunnen omzetten in een ingenieuze plaat als ‘Rispah’. Was The Invisible in 2009 nog een leuk Hot Chip-alternatief, anno 2012 heeft de Britse formatie zich ontpopt tot een unieke en ambitieuze band waarmee we de komende jaren zeker rekening moeten gaan houden.
Album verdeeld door PIAS