“The Internet” als bandnaam klinkt nogal generiek in onze oren, maar de muziek van het vijftal is dat alvast niet. De soul- en R&B-band uit Los Angeles profileert zich met vierde album ‘Hive mind’ als meesterbrein in de r&b-scene. Meer dan ooit is het een samenwerkingsalbum tussen artiesten die ondertussen perfect op elkaar zijn ingespeeld.
Zangeres Sydney Bennett (kortweg Syd) stond vroeger achter de draaitafels bij alternatief hiphopcollectief Odd Future. Toen ze samen met bandlid Matt Martians het debuutalbum ‘Purple naked ladies’ uitbracht met The Internet was het weliswaar geen rapplaat, dan wel een buitenaardse soul- en funkplaat om bij weg te dromen. Je kon pas spreken over een band tijdens hun volgende twee albums ‘Feel good’ (2013) en Grammy genomineerd ‘Ego death’ (2015) toen meetoerende artiesten Steve Lacy (gitaar), Patrick Paige II (basgitaar) en Christoffer Smith (drums) zich vervoegden.
‘Come together’ straalt gedachten uit over verdeeldheid en onzekerheid, maar voor ons klinkt het als de soundtrack van het album. De artiesten hebben elkaar gevonden in een vakantiehuisje en doet het album baden in een sfeer van ontspannen avondlijke jamsessies. De baslijnen zijn traag en vol en evolueren in ‘Roll (burbank funk)’ naar een funky discofeestje. Ook bij de heerlijk Latijnse invloeden op ‘La di da’ kunnen we ongetwijfeld niet blijven zitten op onze stoel. De titel klinkt al even vloeiend als de melodie en baant zich met gemak een weg tussen je oren.
Op dit album fungeren de leden als het brein achter één krachtig lichaam. Zowel elk als geen enkel instrument domineert ooit ergens. The Internet versmelt bijna onopmerkbaar zelfgespeelde stukken met loops en samples. Doorheen dat alles klinkt Syd als een cruciaal en subtiel onderdeel van het mengsel: ze is geen overweldigende zanger, maar wel ongelofelijk glad en flirtend. Op ‘Come over’ probeert ze ons te overtuigen om het samen gezellig te maken: “I’ll bring the champagne / Don’t turn me down babe / We can play Simon Says / Or watch TV in bed / Wake with the sunrise / Sleep in it’s alright / Ain’t even gotta sex”. Meer avances volgen op ‘Mood’ wanneer Syd met slaapkamerstemmetje beschrijft hoe de date zal verlopen. Haar stem vervaagt in de zachte gitaar op ‘Wanna be’ wanneer ze zich afvraagt of de relatie iets meer dan vriendschap kan worden.
Gasten en andere bandleden treden vaker op als vocale kracht en bereiken in ‘It gets better (with time)’ een hoogtepunt. Big Rube en Patrick Paige II ontpoppen zich als alwetende goeroe bij het inspreken van aanmoedigende woorden. Naar het einde toe kunnen we wegdromen met een zachte saxofoon vergezeld van een heerlijke bas en gitaar.
Met dit vierde album mag The Internet zich alvast plaatsen tussen hedendaagse soul- en r&b-meesters zoals Thundercat en Frank Ocean. Laten we hopen dat ze als collectief brein nog even doorgaan en niet ontbinden in sporadische soloprojecten.