Zestien jaar moesten we er op wachten, maar nu is het dan eindelijk zover: een nieuw album van The Cure! Het is maar weinig bands gegeven om bijna 50 jaar mee te draaien in de muziekindustrie en zo geliefd te blijven. Maar geldt dat ook voor hun nieuwe plaat?
Van zodra de eerste noten van ‘Alone’ gespeeld worden, is het alsof de band nooit is weggeweest. Naast de oh-zo herkenbare stem van Robert Smith horen we onmiskenbaar het legendarische gitaarwerk waarmee de groep wereldberoemd werd. Toch vinden we ook wat meer hedendaagse invloeden terug: de band schuwt hier en daar wat elektronische invloeden allerminst. Daarnaast horen we ook hier en daar zelfs wat post-rock (‘Endsong’) door schemeren. De band weet dit op een prachtige manier te integreren in hun kenmerkende neerslachtige goth rock.
Verder horen we regelmatig een streepje piano. In ‘And Nothing Is Forever’ mogen we zelfs van wat strijkers genieten. Dit alles maakt de nummers tegelijk nostalgisch herkenbaar als verrassend eigentijds.
Wat The Cure – gelukkig voor ons – wel bewaard heeft, is de lengte van hun nummers. Vergeet de hedendaagse liedjes die amper drie minuten duren. ‘Songs of a lost world’ geeft ons soms tot wel zes minuten muzikaal prachtwerk. The Cure weet op songs als ‘I can never say goodbye’ en ‘Endsong’ prachtig lang uitgerokken, weemoedige soundscapes te creëren. Wel een kleine waarschuwing voor de ongeduldige zielen: de intro’s zijn in verhouding ook een stuk langer.
Wij vonden dat echter geen enkel probleem. De band slaagt er niet alleen in om telkens een sterk stukje instrumentaal werk af te leveren. Elke intro is daarnaast ook nog eens volledig anders dan de vorige. Geen recyclage of herhalingen op dit album. Dat kunnen we verzekeren.
‘Songs of a lost world’ is, naast een krachtige titel, ook een prachtige voorbode van de sfeer die het album bij de luisteraar oproept. Donker, cinematisch, meeslepend: de plaat heeft het allemaal. Smith zingt over ouderdom, hartzeer en het einde der dingen. Geen ongebruikelijke thema’s voor een man van zijn leeftijd. Al zouden we hem nooit zo oud schatten als we hem bezig horen op de plaat.
Kortom, The Cure deed wat niemand voor mogelijk hield. Waar sommige artiesten op leeftijd hun carrière beter laten voor wat ze is, waar meerdere filmfranchises beter hadden kunnen stoppen na deel één, bewijst The Cure dat er nog een pak kruit in hun gitaren schuilt. Weinig bands zullen er in slagen om zich zo goed te integreren in de nieuwe tijdsgeest, en toch zo trouw te blijven aan hun eigen identiteit.
Beste meneer Smith, lang geleden al zong u “I will always love you” (‘Lovesong’ uit 1989). En dat is na al die jaren, nog steeds, volledig wederzijds.