Man en vrouw die samen arty folkpop maken. Net als bij jou waarschijnlijk het geval is, komt meteen één band in ons hoofd op: Arcade Fire. Het is dan ook een verrassing dat we niet veel Arcade Fire-invloeden horen wanneer we luisteren naar The Bengsons. Het koppel uit New York bracht in 2010 hun debuutplaat ‘The Proof’ uit en is nu terug met de vier songs tellende EP ‘Hundred Days’.
Openen doen ze met ‘Even Then’, een vrolijk akoestisch deuntje dat je laat meewiegen op je stoel, maar verder niet veel doet. Tot je enkele dagen later plots met het catchy refrein in je hoofd zit. Elk nummer op dit album is een duet tussen Abigail en Shaun Bengson, waarbij Abigail het vaakst het voortouw neemt. Wanneer we haar op het einde van ‘Even Then’ haar keel horen openzetten, vinden we dat ook normaal. Meer vreugde en plezier krijgen we met titelsong ‘Hundred Days’. We vinden dit de beste van de vier songs, al is Of Monsters And Men hier niet al te ver weg.
De twee andere nummers zijn meer ingetogen. Zo doet de samenzang in ‘Saturdays’ onze gedachten afdwalen naar het sobere werk dat uit de collaboratie van Isobel Campbell & Mark Lanegan tot stand kwam. Tijdens afsluiter ‘Bells’ krijgen we hetzelfde gevoel als tijdens de andere liedjes. We horen een mooi en goed geschreven song, maar ook niks meer dan dat. Zelfs de grootse outro slaagt er niet in om ons van gedacht te doen veranderen.
In de Amerikaanse pers worden The Bengsons vooral geloofd omwille van hun energieke liveshows. Zo lezen we bijvoorbeeld dat hun optredens zo furieus zijn als een punkconcert, maar ook zo creatief en doordacht als een off-Broadwayshow. Om te ontdekken of deze omschrijving klopt, zul je nog even geduld moeten hebben. Optredens in Europa zijn er momenteel nog niet.
Verdeeld door Second Bolt