Met ‘Um dada’ als titel is het niet vreemd als je jezelf mentaal voorbereid op willekeurige klanken en experimentele absurditeiten. Dat is alleszins niet (geheel) wat Stephen Mallinder je voorschotelt. Leftfield en IDM geven vorm aan het eerste soloproject in 35 jaar van de mede-oprichter van het iconische, technologische grenzen aftastende punktrio Cabaret Voltaire. Hij bouwt met ‘Um dada’ verder op voorgaande projecten zoals ‘Wrangler’ en ‘Ku-Ling Bros.’ waarbij hij op zoek gaat naar nieuwe muzikale horizonten die de technologische evolutie mogelijk maakt.
De opener ‘Working (you are)’ is geen al te dubbelzinnig interpreteerbaar nummer. De klunzige, slapstick-achtige en ergens ook wel funky sound, met de songtitel als tekstuele leidraad, geeft ons een idee van Mallinders blik op de hedendaagse samenleving. Het lijkt voor hem een bespottelijk idee om jezelf op dagelijkse basis te verliezen in het kapitalistisch realisme. Met ‘Prefix repeat rewind’ wordt dit gevoel enkel nog bestendigd. Dezelfde repetitie heerst en bijgevolg dezelfde boodschap.
‘Colour’ introduceert de stevigste 4-4 die er op het album te vinden is. Het aanvankelijk onverstaanbare colour klinkt als een smeekbede voor meer inhoud en excentriciteit. De hypnotiserende, afgebakende toon van het nummer in combinatie met de droge beat, lijkt wel een symfonische metafoor voor de voorspelbaarheid en commercialisering van de hedendaagse elektronische muziek. Er komt slijt op het hoopvolle, ironische en idealistische optimisme waarmee de plaat begon.
Het verbaast niet dat Mallinder oproept tot meer onbezonnenheid en bevlieging. “Let the machines talk to each other, let them dance… They lead, we follow.” Leren loslaten is de uitdaging voor deze samenleving.
Met ‘Robber’ en ‘Hollow’ (twee nummers die niet op vinyl staan) wordt de toon op het album finaal alsnog iets duisterder en onheilspellender. De speelsheid met sound-effects en het geknip en geplak van de voorgaande composities zijn nog steeds verweven in het geluid, maar de ondertoon is precies iets dreigender en somberder. Het contrast met ‘Working (you are)’ is vrijwel niet te ontkennen. Heeft Mallinder de hoop dan toch opgegeven?
Ondanks het repetitieve karakter van de nummers voelen ze vaak wel levend en kleurrijk aan. Desondanks heeft het album een soort van circulaire en iteratieve ervaring in zich: er is weinig afwisseling te bespeuren. Herhaling kneedt het gevoel en de luisterbeleving is bij momenten hypnotiserend, dan weer eerder vervelend. Het voelt meer aan als een manifest dan als een tentoonspreiding van de muzikale kwaliteiten. Waar het geheel inboet voor creatieve vindingrijkheid, wordt ze bezet door symboliek. Het repetitieve karakter representeert de nine-to-five mentaliteit in de huidige maatschappij. De sound de technologische opmars en zelfs de naam van het album is een knipoog naar het pionierswerk van de punkers van ‘Cabaret Voltaire’, eind jaren zeventig. Veel eerder, begin 20ste eeuw, stond de nachtclub Cabaret Voltaire in Zürich namelijk bekend om zijn tegendraadse culturele evenementen, het vormde het begin van het dadaïsme.
Even invloedrijk, baanbrekend of iconisch als die anarchistische kunststroming zal ‘Um dada’ allicht niet worden. Wel is het genieten van de onopvallende diepgang die verborgen zit in de op het eerste zicht nietszeggende nummers.