Hij is van zijn berg gekomen en iedereen zal het geweten hebben. Wat wil je ook als de chéri van de Belgische muziekindustrie 8 jaar niets van zich laat horen. Wie wat verder duikt in de krantenknipsels weet dat Stromae gedurende de tournee rond ‘Racine carrée’ het mentaal moeilijk begon te krijgen met het succes. In 2015 zette hij zo zelfs een stap opzij na een slechte reactie op een malariamedicijn ter voorbereiding van enkele stops door Afrika. Te veel hooi op z’n vork. Waarna hij via zijn modelabel Mosaert de draad terug trachtte op te pikken, ver verwijderd van alle aandacht. De wereld is Stromae echter niet vergeten. Integendeel, de verwachtingen voor ‘Multitude’ zijn nog steeds dezelfde als toen. “Verander ook dit maar eens in goud, meneer Van Haver.”, lijkt de opdracht. Of dat allemaal wel zo vanzelfsprekend is, zoals diezelfde media die hem op een piëdestal plaatsen, is iets anders.
Alsof de comeback van Stromae ooit ging mislukken. De superlatieven werden al door jan en alleman met boeketjes de ramen uitgegooid toen ‘Santé’ uitkwam. Het is echter niet de meest spectaculaire release van de man. Het nummer herbergt de vintage Stromae-kruidenmix tot succes: flashy trompet-(of hier fluit)geschal, Latijnse dan wel Caraïbische beats en een tekst die de maatschappij ietwat op de korrel neemt. De cumbia-percussie mag dan wel intentioneel gemanipuleerd zijn. Toch voelt het niet helemaal juist aan. Het nummer lijkt versneld en vertraagd tegelijkertijd.
Stromae leunt meer dan ooit op die genres op ‘Multitude’ en weet ze ook op een meer consequente manier naar z’n hand te zetten. De afrobeats wisselen er zo moeiteloos de reggaetonritmes en rasteinrinha af. Dat levert op zich een consistente plaat, maar ook niet meer dan dat. ‘Fils de joie’ is echter een bijvoorbeeld waarvan het wél lukt om de productie naar een hoger niveau te tillen. Daar laat hij verschillende personages aan het woord die in en rond de prostitutie werken. Zélf neemt Van Haver het perspectief van de zoon van een sekswerker in, die het emancipatorisch opneemt voor zijn moeder.
Anderzijds ontbreekt het album aan échte uitschieters die de plaat een smoel geven. Eentje zoals ‘Papaoutai’ of ‘Humain à l’eau’, waar Stromae respectievelijk teert op euro house enerzijds en Caraïbische bubbling house en trap anderzijds, zijn hier niet te vinden. Met ‘Santé’ doet hij alleszins een poging tot. ‘Multitude’ is bovendien ook een kind van z’n tijd. Globetrotter als hij is, pikt hij met ‘C’est que du bonheur’ z’n reggaetongraantje mee. Toch lijkt hij, gezien zijn eerdere werk, niet meteen te clout chasen en lijkt z’n adoratie oprecht.
Ondanks dat de plaat minder hits lijkt te bevatten, wil het daarom niet zeggen dat deze minder sterk uit de hoek kan komen. Het pakkende ‘L’enfer’, waarvan vooral de viraalgegane videoclip in ons achterhoofd is blijven plakken, is er eentje van. Het hartverwarmende ‘Mon amour’ is een ander. Stromae lijkt, hoe pakkend sommige teksten klinken, zichzelf nooit in het centrum van de belangstelling te willen zetten. Zo is er Nicolas, een man met een seksverslaving in ‘La solassitude’. ‘C’est que du bonheur’ verhaalt dan weer over de mindere kanten van het ouderschap door de lens van een uitgebluste vader. Wanneer Stromae zich dan wel in die ik-vorm uit, komt dat via ‘L’enfer’ of ‘Mon amour’ extra hard binnen.
Desalniettemin wint de weinig spetterende omkadering het van de soms fraaie songwriting. De hype, of liever de verpakking rond de man, lijkt groter dan wat we op het album te zien krijgen. Stromae doet te weinig met de rugzak aan genres die hij zich eigen tracht te maken. Ondanks die hoeveelheid aan genres, springen nummers overigens te weinig uit hun vel, zoals dat op ‘Racine carrée’ wél het geval was. De berg, of liever Stromae, baart met ‘Multitude’ een muis.
Stromae stelt deze zomer ‘Multitude’ voor op Les Ardentes (10.07) en Werchter Boutique (19.06). Volgend jaar staat ie op 15, 16 en 17 maart in Paleis 12 (tickets & info).