Toen eerder dit jaar eerste single ‘Weird ways’ op de wereld afgestuurd werd, schreven we al over het feit dat het doek over Strand Of Oaks bijna gevallen was. Voor Timothy Showalter hoefde het allemaal even niet meer na de uitgebreide tournee rond ‘Hard love’ en verlengstuk ‘Harder love’. Alles veranderde echter toen er op een ochtend een bericht binnenkwam van ene Carl Broemel, die je zou kunnen kennen van My Morning Jacket. Vergezeld door nog enkele leden van laatstgenoemde band doken ze met z’n allen de studio in, resultaat: ‘Eraserland’.
Bovenstaande eerste single is meteen ook de opener van het album. Het lijkt het relaas te zijn van hoe Showalter zich aanvankelijk voelde: “I don’t feel it anymore” en “The scene isn’t my scene anymore”. Niet meteen het recept voor een grote hit zou je denken, en toch scheerde het nummer al hoge toppen. De verklaring daarvoor is even voor de hand liggend als eenvoudig: het is een oerdegelijke nummer. De sound die, zonder oneerbiedig te zijn, dicht bij die van The War On Drugs ligt, bekruipt je langzaam maar zeker. De zich traag op gang trekkende gitaarsolo gaat uitstekend tot zijn recht komen in menig concertzaal en festivaltent.
Opvolger ‘Hyperspace blues’ is van een ander kaliber, de ietwat tegendraadse drum krijgt de volle drie minuten een prominente plaats in het geheel. Resultaat is een korte no-nonsense song, zonder meer. ‘Keys’ manifesteert zich dan weer als het eerste rustpunt op deze plaat. “I gotta get my shit together before I’m 40”, klaagt Showalter zachtmoedig. Research leert ons dat er dan nog vier jaar op de teller staat, laten we collectief hopen dat hij eerst nog wat tegendraadse melancholische muziek maakt vooraleer zich volledig op vrolijke popsongs te storten. In ‘Visions’ lijken onze gebeden alvast verhoord, dit is vintage Strand Of Oaks-achtige weemoed.
‘Final fires’ heeft de taak meegekregen om onze trommelvliezen op te warmen voor het meest rockende stuk op deze plaat: ‘Moon Landing’. De sound van dit nummer is vettiger dan de gemiddelde kebab op een doorsnee zaterdagnacht. De manier van zingen in combinatie met de gitaar, die voor de gelegenheid een saxofoon mee onder de arm genomen heeft, horen wij zelfs flarden van Nick Cave’s Grinderman. Heerlijk. Graag komen we nog even terug op die vrolijke popsongs van daarnet. Als die allemaal van dezelfde makelij zijn als ‘Ruby’, dan zitten we nog voor lange tijd gebeiteld. Hij noemt het zelf het vrolijkste lied dat hij ooit geschreven heeft. Als het aantal Ruby’s op deze wereld in 2019 een plotse stijging ondergaat, ligt dat zonder twijfel aan dit nummer.
‘Wild and willing’ neemt ons met zijn akoestisch geluid terug naar de beginjaren van Strand Of Oaks. Het contrast kan dan bijna niet groter zijn met de bombastische synths van titeltrack ‘Eraserland’. Het magnum opus van dit album is echter afsluiter ‘Forever chords’. Zo een lied waarbij je het gevoel hebt dat elke klank is gewikt en gewogen en net daar is neergezet waar hij hoort te staan. Het knoopt een mooie strik rond het geheel dat ‘Eraserland’ vormt. Afronden doen we met een citaat van de heer Timothy Showalter zelf: “These ten songs are about existing and continuing on, a testament to the hope that even if we feel like we are disappearing, there is that glimmer of light. You may not come out the same person you started as, but that’s okay. I’m glad this record is here now for whoever chooses to find it.” Voor al diegenen die het al gevonden hebben: proficiat. Voor al diegenen die het nog moeten vinden: beter zoeken.
Strand Of Oaks speelt op 26 mei in Trix en zaterdag 29 juni op Rock Werchter.