Lang geleden, toen de dieren nog spraken en men indie lofi noemde, zagen we Orange Black aan het werk als voorprogramma van Pavement. Ze scoorden indertijd enkele bescheiden hits, maar de grote doorbraak liet op zich wachten. De band viel langzaamaan uiteen, en frontman Dieter Sermeus richtte The Go Find op, kompaan Nico Jacobs volgde hem op de voet. Deze laatste staat sinds de eeuwwisseling ook op eigen benen met Star Club West. Met ‘My Belgian Friends’ zijn ze inmiddels al aan hun vijfde release toe.
Ze vallen met de deur in huis, en geven op ‘We’re Still Open’ meteen en ondubbelzinnig aan dat deze nieuwste worp in de lijn van hun vorige album ligt. En toch is er heel wat veranderd. Meest in het oog springend is de prominente rol die is weggelegd voor nieuwkomer Karolien Van Ransbeek, die nagenoeg het hele album voorziet van loepzuivere backings en geregeld een harmonieuze en weemoedige samenzang aangaat met Jacobs. We waren al eerder enthousiast over Sodatune en sinds kort ook over haar huidige groep Few Bits, maar ze begint zich hoe langer hoe nadrukkelijker te profileren als extra vocal bij uitstek in het Antwerpse.
Verder valt vooral de ambitieuzere productie op. Nico Jacobs nam zowat het volledige proces voor zijn rekening, en zorgt ervoor dat Star Club West gepolijster klinkt dan ooit. Synths en samples drukken de veelal ondersteunende en sfeerscheppende gitaren wat naar de achtergrond. De occasionele distorted noise wordt subtiel in het geheel verwerkt. Er is nog een vleugje Yo La Tengo aanwezig, maar we horen meer Styrofoam en The Notwist. De nummers liggen stuk voor stuk goed in het oor, en eerste single ‘New Life’ is niet het enige lied met radiopotentieel. Hoofdzakelijk door het pimpen van de drums neigt de ruggengraat waar de totaalsound aan is opgehangen bij momenten heel sterk naar de door new wave beïnvloede eighties poprock zoals die te vinden is bij pakweg, en schrik nu niet, Paul Young en Chris Rea. Hierrond wordt een caleidoscopisch indietronisch tapijt geweven met loopjes en harmonieën van de fijnste en delicaatste zijde.
Het resultaat is een sfeervolle droompopplaat boordevol wondermooie melodieën die je onderdompelt in een aangename roes, en voor even de scherpe kantjes van de realiteit laat vergeten. De cultivatie van een naïef optimisme geïnjecteerd met een lichtvoetige tristesse roept impressionistische beelden op van een mistige lentemorgen waar de eerste zonnestralen reeds hun weg door het wolkendek vonden, zodat je voorzichtig durft hopen op een zonnige voortzetting van de dag, maar tegelijk ben je niet geheel zeker dat de nevel volledig zal optrekken.
Er loert echter ook een gevaar om de hoek. Met hun veelheid aan ideeën balanceert Star Club West immers tegen de grens van de overdaad aan. Op de tweede helft van de cd bekruipt je soms het beklemmende gevoel dat de betovering doorbroken is, en je beseft dat je net het clevere riedeltje, het extra zanglijntje of het bleepje teveel hebt gehoord, dat het hele album in een ander daglicht lijkt te plaatsen. Op zulke momenten begin je ten onrechte te twijfelen aan al het moois dat je daarstraks nog hoorde, en dreigt de melancholie wat kitscherig over te komen. Je schreeuwt haast om wat meer daadkracht. Gelukkig zijn zulke momenten van voorbijgaande aard, en blijkt de twijfel ongegrond. Niettemin hebben we het gevoel dat Jacobs, het adagio less is more indachtig, hier en daar al eens iets moet durven schrappen.
Al bij al is ‘My Belgian Friends’ een plaatje om te koesteren, dat je op welbepaalde momenten de tijd moet gunnen om je te laten wegdromen naar het zoetzure universum dat Star Club West zo graag oproept, maar dat je naar onze mening best niet grijs draait.
Album verdeeld door Parkland Records