Een nieuw album, een nieuwe metamorfose – zo kennen we St. Vincent ondertussen wel. Op ‘Daddy’s home’ lijkt haar nieuwste gedaante een tijdmachine genomen te hebben naar zowel de jaren 70 als de nabije toekomst. Elementen uit de klassieke soul, psychedelica en funk zijn de basis voor Clarks jongste outfits en muziek. St. Vincent gebruikt alle clichés (en dit bedoelen we goed!) uit de seventies en allieert deze met een uitmuntende productie van morgen. Monolithische backing vocals, opstijgende slidegitaren en funky riffs passeren de revue en vleien de luisteraar om het klimaat van haar vorige langspeler ‘Masseduction’ los te laten.
De eerste klanken op ‘Pay your way in pain’ klinken braaf, maar dan valt Clark binnen met haar achteloze ongenaakbaarheid. St. Vincent meent het en zegt ons: “Hier ben ik weer.” De volgende nummers klinken heel wat losser dan gewoonlijk. Er lijkt meer plaats te zijn voor dynamiek en jam-achtige aspecten dan in haar gehele discografie samen. ‘Live in the dream’ is volgens ons niet alleen een hoogtepunt uit het album, maar ook uit haar carrière. Pas op dit vierde nummer haalt de muzikante haar fenomenale gitaarkunsten boven. Haar gitaar klinkt niet meer zoals op haar vorige twee albums als abstracte fuzzy hooks, maar laat nu een rijke, gelaagde solo horen. We hebben onze hoofden in de wolken, al zingt St. Vincent dat we op tijd moeten aarden.
Annie Clark heeft drie interludes voorzien op het album – allemaal ‘Humming’ genoemd – die klinken als een oude kroeg die begint te draaien wanneer je de uitweg zoekt naar het toilet. Het is ons niet meteen duidelijk waarom ‘Humming’ ons gehoor drie maal passeert en dit doet ons twijfelen of St. Vincent hier haar beste product geleverd of niet. ‘Daddy’s home’ zakt halverwege per nummer verder in en mist enkele monumenten om er als consistent album te staan. Alleen op ‘Down’ lijkt de rollercoaster nog eens lichtjes naar boven te gaan met een leuke dialoog tussen een wah-wahgitaar en een basloopje, maar nadien blijft het kalm en gaan we slechts licht hellend neerwaarts naar het einde.
We kunnen het niet laten een analogie te maken tussen Annie Clark en David Bowie. Beiden staan bekend om hun vele gedaanteverwisselingen en gevoel voor stijl. Bowie maakte in 1975 een zijsprongetje en leverde ons toen ‘Young americans’, een uitstapje naar de toen steeds populairder wordende soul- en funkmuziek. ‘Young americans’ is net als ‘Daddy’s home’ een ode aan deze muziek en is erg onderhoudend, maar wordt overschaduwd door het werk ervoor en erna. Misschien zal ‘Daddy’s home’ hetzelfde lot kennen.
Begrijp ons niet verkeerd: ‘Daddy’s home’ is een onderhoudend album met een productie van sonisch detail dat St. Vincent nooit eerder aan ons liet horen. De gospelachtige zangkoren, de vele texturen en effecten zijn na vijf keer aandachtig te luisteren met een koptelefoon nog niet allemaal ontdekt. Wat begon als een kanshebber om haar sterkste lp tot nu toe te worden zakte halverwege echter in tot een plaat die te weinig momentum kent.