Veel achtergrondinformatie valt er niet echt te vinden over Soft Fangs. De man achter het pseudoniem is John Lutkevich en John is afkomstig uit New York. Dat is zowat alles wat we hebben ter biografie, waarvoor onze excuses. Wel is het duidelijk dat John fan is van DIY: bij de opnames kwam er geen professionele studio aan te pas: hij deed het – zoals de term DIY misschien al verried – helemaal zelf. De albumcover is eveneens niet zomaar eender welke kleuter bedolven onder de feesthoedjes, het is meneer Lutkevich zelf, en de fotograaf van dienst is diens vader. Bij gebrek aan biografische informatie, zullen we het gewoon hebben over de muziek op zijn debuut, ‘The light’.
Op het eerste gehoor lijkt het alsof heel wat nummers gelijkaardig opgebouwd zijn: een rustige akoestische gitaar die het openen voor haar rekening neemt, gecombineerd met een breekbare, hese stem waarna er wel op de een of andere manier tot een climax gekomen wordt. Op ‘The air’ is die climax een shoegazebombast om u tegen te zeggen, waarbij de vocals zo goed als onverstaanbaar worden. In ons mentale kastje was de lade waar in grote letters ‘shoegaze’ opstaat al ongeduldig aan het rammelen om Soft Fangs erin te mogen opbergen, maar dat negeerden we voorlopig nog even. En best, zo blijkt even later, want hoewel ‘Golden’ dezelfde tendens volgt en ook ‘Birthday’ gelijkaardig begint, werd de ‘shoegaze’-lade halverwege ‘Birthday’ plotsklaps de mond gesnoerd.
Ineens barst er namelijk een kermisachtig geweld los dat instant herinnert aan wijlen Youth Lagoon. Wat een donderslag bij heldere hemel, wat een prachtige verrassing, alsof de prof ineens zegt het hierbij te zullen laten terwijl de les normaal nog een halfuur zou duren. Verder verkent ‘The light’ nog een heleboel kanten van het genrespectrum, waaronder vrolijke folkachtige pop (‘Back of a horse’ en ‘Get a job’). Ook zouden we ons graag even richten tot Lutkevich, en hem persoonlijk bedanken voor het afleveren van de parel die ‘The wilderness’ is; hij tast subtiel de elektronische regionen af, gecombineerd met een riff die we intussen zouden kunnen dromen en een stem die nog net dat tikkeltje heser klinkt dan gewoonlijk.
Waarom oh waarom kon het album niet gewoon eindigen bij het uitdoven van de laatste klanken van ‘Get a job’? De laatste drie nummers spreken op geen enkele manier tot de verbeelding: ‘Haunts’ is van begin tot einde onopvallend en kleurloos en we zouden haast blij zijn dat het voorbij is, ware het niet dat ‘Too many stars (not enough sky)’ erop volgt. Meteen klinkt dat enge kindermuziekje, waarbij het beeld van een oude kinderwagen die zichzelf voortduwt door een obscuur bos niet zou misstaan. Meer dan anderhalve minuut van dit kindermuziekje komt er niet, waardoor we ons serieuze vragen stellen over het hoe en waarom van dit nummer. Titelsong ‘The light’ weet evenmin te bekoren. Het is, net als ‘Haunts’, saai en futloos.
Jammer dus dat Soft Fangs wat slabakt naar het einde toe. Het laat je misschien achter met een zure nasmaak in de mond, en laat dat net zijn wat ‘The light’ niet verdient. Lutkevich drijft zijn debuut tot het uiterste waarbij hij met verve heen en weer manoeuvreert tussen de verschillende genres, waardoor hij brandhout maakt van ons mentale ladekastje. Niemand die je dus iets kwalijk neemt als je gewoon lekker doet alsof ‘The light’ slechts acht nummers telt in plaats van elf.
Album verdeeld door Exploding In Sound Records.
Soft Fangs heeft voorlopig geen Europese concerten gepland.