Succesvolle artiesten krijgen straten naar zich venoemd. Creatieve bands vernoemen zichzelf naar straten. Het Amerikaanse trio keek naar Sleater-Kinney Road, dichtbij hun eerste repetitieplek in Lacey (Washington). In het geval van desbetreffende burgemeester, zou je kunnen zeggen dat hij voorlopig niet veel moet doen ter ere van dit drietal. Echter, nu S-K al een kwarteeuw bestaat en verdomd goede (en gelauwerde) albums (hallo ‘Dig me out’ en ‘No cities to love’) heeft uitgebracht, verdient het ondertussen wel een standbeeld of een fontein of twee, drie.
Wat gebeurt er wanneer alles uit elkaar valt? We kijken snel even naar de groep (lees: drummer Janet Weiss verliet het duo net voor de release van dit album), S-K’s stijl (lees: vooral verder) en ohja, de wereld (lees: de krant). Sleater-Kinney lijkt met het album ‘The center won’t hold’ niet echt een sluitend antwoord klaar te hebben. Ze weten wel enkele mooie schetsen te maken van het gevecht. ‘The future is here’ lijkt over een vertrouwen in de toekomst te gaan. De beginlijnen “I start my day on a tiny screen / Try to connect the words, they’re right in front of me” doppen diezelfde toekomst in een wrang smaakje. Sociale media krijgen rake klappen terwijl de rustige drumlijnen en rusteloze synths ons een beetje uit evenwicht brengen. Is dit Sleater-Kinney?
Industrieel gebral in een vast ritme karakteriseert de start van ‘The center won’t hold’. Lyrics en muziek klikken hier naadloos in elkaar, waarna gitaargedruis het overneemt. Tegelijkertijd neemt stressloos hoofdknikken het over van rusteloosheid. S-K marcheert hier samen voor het eerst in lijn met producer Annie Clark (aka St. Vincent). Het levert een geluid op dat nog altijd de stijl van S-K typeert, maar wel een loopje neemt richting singer-songwriter. Zo heb je het prachtige ‘Hurry on home’, een blend van vintage punky S-K en pop. De lyrics vegen tegelijkertijd de lijn tussen liefde en pijn weg (“Disconnect me from my bones / So I can float, so I can roam / Disconnect me from my skin / Erase the marks begin again”).
Het album eindigt met een ballade waarin Corin Tucker zingt en Carrie Brownstein piano speelt. ‘Broken’ vertelt je je sterk te houden op momenten dat het iets minder gaat. Hierbij kantelt de gemoedstoestand van het album uiteindelijk toch richting hoop. Ze hebben voor de rustige afsluiter geen drum nodig, en die rol is in ‘The center won’t hold’ ook gewoon minder sterk. Desondanks bewijst S-K wederom dat ze nog altijd iets te vertellen hebben en scherp kunnen stellen op de ongemakken van de wereld zonder dat het slaapverwekkend wordt. Dat ze hiervoor af en toe het pop-register opentrekken, vormt een interessante kanteling en duidt op de (her)uitvindingskrachten van het Amerikaanse drietal. Meneer de burgemeester, het is tijd voor een straatfeestje.
Sleater-Kinney komt in het voorjaar naar de Botanique.