“Vroeger was rockmuziek veel vernieuwender dan nu.” Deze boude stelling in het midden gooien, blijft dé garantie voor een lange en heftige (café)discussie. Of ze ook waar is, daar zijn we na vele uren intens debat nog steeds niet uit. Maar één ding staat vast: om ze te weerleggen, zal het aanhalen van ‘Peach’, de nieuwste lp van Secret Colours, niet helpen. Integendeel: geen psychedelische rockband uit de late jaren 60, geen glamrockact uit de vroege jaren 70 of geen Madchestergroep uit de late jaren 80 waar dit gezelschap geen inspiratie bij haalde. Op hun Facebook-pagina gaan de heren er niet toevallig prat op sixtiespsychedelica te brengen met een britpopinslag.
Als The Stone Roses ooit nog nieuw materiaal uitbrengen, zit de kans er dik in dat het zal lijken op opener ‘Blackbird only one’. Tijdens ‘My home is in your soul’ kijkt Mark Bolan goedkeurend toe vanuit de eeuwige jachtvelden. Titelsong ‘Peach’ zou aan het dromerige brein van Syd Barrett ontsproten kunnen zijn. Afsluiter ‘Love like a fool’ klinkt dan weer beatlesque as hell. Laat het bij deze duidelijk zijn: de nieuwste worp van Secret Colours is ideaal materiaal voor een ronde “oud of nieuw” in een muziekquiz maar een orginaliteitsprijs kunnen we deze formatie er helaas niet voor geven.
Belangrijker is echter de vraag: waarom een plaat van Secret Colours opleggen en niet één van pakweg Foxygen, Temples of Tame Impala? In deze tijden van retromanie is het aantal groepjes dat gretig put uit de goed gevulde grabbelton genaamd “de rockgeschiedenis” immers even talrijk als Nederlandse medailles in het schaatsen. De makers van dit album hebben wel een aantal troeven in huis om de gemiddelde melomaan in hun psychedelische netten te strikken: snedig gitaarwerk, lekker smerige melodieën en een goed gevoel voor afwisseling. Dit alles is overgoten met aan de britpop herinnerende branie, en dat voor een band uit Chicago
Toch is deze teletijdmachine niet vrij van defecten. Met zijn 51 minuten duurt ‘Peach’ net te lang. Een Lennon-afleggertje als ‘Legends of Love’ of een banale bluesrocker met infantiele meezingkoortjes als ‘Euphoric Collisions’ zijn er iets te veel aan. De apathische zang van frontman Tommy Evans weet ons bovendien niet lang te boeien, vooral omdat iedere psychedelische rockband zijn microfoon tegenwoordig op deze wijze lijkt af te stellen. Dan zijn er last but not least ook nog teksten als: “She’s so sexy. She’s so sexy. I’m so crazy. I’m so crazy”. Dat Shakespeare dat niet meer heeft mogen meemaken.