Dat de naam Sandy Denny bij de meesten onder jullie totaal geen belletje doet rinkelen – of in het vaagste geval enigszins doet denken aan de Belgische Xandee – is heel erg waarschijnlijk. Dat deze naam écht wel de moeite is om te (leren) kennen, lijdt echter nog minder twijfel. Toch treft de 21e-eeuwse muziekliefhebber maar weinig schuld in zijn mogelijke onwetendheid met betrekking tot het oeuvre van deze Britse folkzangeres: alvorens haar carrière tot een hoogtepunt kon komen, stierf Sandy Denny in de lente van 1978 op jonge leeftijd na een tragische val van de trap.
Toch betekende haar overlijden niet meteen het einde van haar muzikale carrière en bracht Universal vorig jaar zelfs nog een 19-delige cd-box uit van deze getalenteerde artieste. En net nadat je na deze massieve editie waarschijnlijk dacht dat we nu écht wel alles van Sandy Denny gehoord hebben, is hier dus een nieuwe set van nog niet eerder uitgebrachte en uitermate intrigerende nummers. Dat het album ’19 Rupert Street’ het daglicht zag, is echter geheel te wijten aan een speling van het lot: in het ouderlijk huis van de Schotse folkzanger Alex Campbell – op 19 Rupert Street, jawel – werd bij toeval een cassette gevonden met de opnames van een spontane huiselijke zangsessie van Denny en Campbell. Hoewel de home recording systems van de jaren ’60 niet van de meest gesofisticeerde aard waren en de nummers zelfs na digitalisering van enigszins gedempte aard blijven, is dit album een welkome verademing in een tijdperk waarin albums veelal overgeproduced en met een radiovriendelijke polish in de rekken belanden.
In de 12 nummers die ’19 Rupert Street’ rijk is, zingt Denny, soms vergezeld van Campbell, gloedvolle folkrocknummers in een intieme atmosfeer, zichzelf begeleidend met akoestische gitaar. In de rustigere ballads ‘The Leaves of Life’ en in ‘She Moves Through The Fair’ komt de pure stem van Denny maximaal naar voren, om in het vrolijkere ‘The Midnight Special’ vergezeld te worden door de wat zwaardere folkstem van Campbell. Uitschieter van het album is zonder enige twijfel het door vele andere artiesten gecoverde pareltje ‘Who Knows Where The Time Goes?’, dat hier in een ietwat gerafelde – maar nog steeds wondermooie – versie te beluisteren valt. Kippenvel verzekerd. Dat de opnames niet voor commerciële doeleinden bedoeld waren, is verder echt wel duidelijk bij het beluisteren van deze plaat: je hoort Denny en Campbell behalve zingen ook gewoon praten, lachen en grapjes maken en bij momenten lijkt het zelfs alsof ze naast je zitten in je bloedeigen huiskamer. In het allerlaatste nummer (‘And So To Bed’) mogen zelfs de twee zoontjes van Campbell – gewekt door het zingen van Denny – meedoen.
Aangezien je jammer genoeg nooit het geluk zal hebben om deze uitermate talentvolle en veelzijdige zangeres live aan het werk te zien, staat je maar één ding te doen: nestel je net als Sandy Denny in je gemakkelijke zetel in je living, geniet van de warme tonen en de gloedvolle intimiteit van ’19 Rupert Street’ en voel je één worden met deze prachtplaat uit een mooi verleden.
Album verdeeld door Suburban