Een jaar of twee geleden kwamen Jófríður Ákadóttir (zangeres), Áslaug Rún Magnúsdóttir (klarinetist) en Þórður Kári Steinþórsson (aan de keyboards) samen om voor de grap een bandje op te richten. De tieners uit Reykjavik noemden zich Samaris, wonnen vrijwel direct een wedstrijd en mochten zo met Gunnar Örn Tynes van múm een plaat opnemen. En wel in de studio waar Sigur Rós zo vaak heeft vertoefd.
Zoals het IJslandse bands betaamt, speelt ook Samaris met sfeerschepping. De natuurelementen komen spontaan in je op, ook al ontkent de groep zich daarop te inspireren. Dat ze de richting van The xx kozen, valt op bij single ‘Goda tungl’. Het nummer heeft een uiterst breekbaar karakter waarin Ákadóttirs aantrekkelijke stem bijgestaan wordt door fluisterende backing vocals. Heel mysterieus en onzeker evolueert de song, die verrijkt wordt met warme klarinetklanken en commerciële dubstep. Zo sober, maar doeltreffend.
Liefhebbers van buitensporige productietechnieken zullen de repeatknop eren bij ‘Vöggudub’, al mist de loungie opbouw dat tikkeltje doorzettingsvermogen. ‘Hljóma Þú’ neust in de platenbakken van Boards Of Canada, maar gaat te voorzichtig met het geluid om. Magnúsdóttirs vingers houden duidelijk niet van al te veel beweging, niettemin levert haar klarinet met haar mysterieuze klanken een zoveelste bewijs dat deze te weinig in popmuziek gebruikt wordt.
Dankzij Sigur Rós en consorten voelen de lyrics vertrouwd aan, ook al begrijpen we er geen snars van. Samaris heeft geen letter zelf bedacht en recycleerde teksten uit oude IJslandse liedjes en gedichten. Belangrijk thema daarin is de oceaan als visboer en meedogenloze moordenaar. De songs zijn zich bewust van die tweestrijd, wat je het best hoort in ‘Sólhvörf II’. De zware bassen wiegen in een vlotte cadans, een perfecte tegenpool voor de luchtige motiefjes en het beklijvende stemmenspel.
Als we bij Samaris toch een bezwaarschrift mogen indienen, zouden we de herhaaloefening aanklagen en ‘Viltu vitrast’ als voorbeeld aanhalen. Hun betere afkijkwerk van The Knife kent er geen uitschieter of uitgedachte visie. Daardoor komt lichte verveling geleidelijk aan om de hoek kijken. Een ander minpunt is dat de sterke zanglijn zowat het hele album hetzelfde pad bewandelt, terwijl Ákadóttir het potentieel heeft een brede waaier aan karakters te vertolken. Natuurlijk heeft ze als tiener nog kansen genoeg zich te bewijzen – zie ons watertanden naar wat de toekomst brengen zal.
Samaris is een nieuwkomer die bij het indrukwekkende rijtje IJslandse bands mag aansluiten. Het blijft verbazen hoe een afgelegen land met amper 300.000 inwoners erin slaagt het muzikale landschap zodanig te kleuren. Laat de opvolger spoedig komen
Samaris heeft nog geen concertdata in België en Nederland bekend gemaakt.
Album verdeeld door Konkurrent