Toegegeven: we wisten niet waaraan we ons op Ryan Adams’ nieuwste langspeler konden verwachten. Nadat hij twee jaar geleden ‘1989’ van Taylor Swift volledig onder handen nam, waren de meningen van z’n fans verdeeld. Viel hij dan toch ten prooi aan het monster genaamd muziekindustrie of gaf hij Swift credibiliteit die ze volgens de die-hards niet verdiende? De lovende reacties op het eindresultaat staan dan wel overal zwart op wit, diezelfde soms snobistische fans zagen hun held van z’n sokkel vallen.
Die karikaturale Adams-fans slagen wellicht een zucht van opluchting wanneer ze ‘Prisoner’ beluisteren. Sinds zijn begindagen bij Whiskeytown geeft hij mee vorm aan het alt-country genre, zij het solo, zij het in het gezelschap van The Cardinals. Hij roomde de zoetigheid van country af en zette de emoties en verhalen die het genre gemeen heeft met folkmuziek in de verf. Verwacht op dit album niets meer en vooral niets minder. Eerst geloste single ‘Do you still love me’ biedt wat dat betreft een goede staalkaart: de gitaren klinken als amper in te tomen mustangs op de prairie, de opbouw van het nummer legt de pathos gelukkig aan banden en het refrein klinkt als een hartverscheurende, wanhopige smeekbede.
Al sinds solodebuut ‘Heartbreaker’ weet Adams de gevoelige snaar te raken met het schijnbare gemak dat op deze plaat geëtaleerd wordt op ‘Doomsday’. Het resultaat is een anthem-achtige song, genre ‘I and love and you’ van The Avett Brothers. Je stelt je haast onbeschroomd een stadionversie voor. Elke noot botst vrijwel onmiddellijk op de muren van je kamer, waardoor die dubbel zo hard binnenkomt. De mondharmonica in het slot verscheurt vervolgens wat overgebleven is van je traanklieren en het zilte vocht van je wang houden blijkt een haast onmogelijke opdracht. Ook in minder aanzwellende nummers als ‘To be without you’ schiet Adams trefzeker raak. De inmiddels drieënveertigjarige singer-songwriter deelt zijn blutsen en builen uit ter lering, toont met een mengeling van trots en schroom zijn eigen littekens en werpt zijn hobbelig parcours aan je voeten.
Ryan Adams is de Springsteen die nooit het origineel zal worden omdat zelfs de enige echte Boss intussen veranderd is. De idolatrie van Adams is ondertussen gelukkig minder krampachtig, en na zo’n twintig jaar musiceren heeft hij wel degelijk recht op zijn eigen plaats in het muzikale pantheon. Soms klinkt hij als een ingetogen versie van The Boss (‘Outbound train’), al kan hij steeds beter met eigen middelen z’n mannetje staan. ‘Broken anyway’ is daar een mooi voorbeeld van. Het is de onuitputtelijke bron van troost die muziek hoort te zijn. Of hoe Ryan Adams zich opwerpt als dé ludduvuddu-specialist van zijn generatie.