Kijk eens aan: een teken van leven van The Kills. Dat het vijf jaar geduurd heeft, komt minder door muzikale goesting dan wel door trouwringtroubles. Want, zo zinspeelde gitarist Jamie ‘Hotel’ Hince in een interview met BBC 6: die lange stilte was toch vooral het gevolg van de andere katjes die hij te geselen had. Voor wie de Britse rioolpers niet volgt: zijn katje luisterde naar de naam Kate Moss, en Hince mag zich sinds een jaar ex-meneer Moss noemen.
Voor sappige details verwijzen we je met graagte naar eerdergenoemde vakbladen. Ten kantore Indiestyle verheugen wij ons enkel om de muziek die voortkomt uit al dat huiselijke ongeluk. Al is de eerste vraag: zit daar nog iemand op te wachten? Toen wij The Kills in 2004 de tent van Werchter aan stukken zagen rijten, was dat een openbaring. The Kills gaven blues toen een modern gezicht. Een mooi gezichtje ook. Zoals Alison ‘VV’ Mosshart destijds haar haren zwoel en bits uit haar ogen blies, daar waren we dagen niet goed van. Zij snauwde als de stoot die onze 18-jarige versie niet durfde aanspreken op café – we kregen er simultaan schrik en spontane puberorgasmen van. En Hince, dat was de man die we wilden zijn. Nog even sparen voor die gitaar, wat oefenen op die moordblik en wie weet met de juiste zonnebril…
Flashforward naar 2016, waarin de seks en vuiligheid van weleer vakkundig naar de zolder verbannen zijn. Jawel, Mosshart en Hince beheersen hun instrumenten beter dan vroeger. Maar de pure drift van die eerste marcherende ritmes van goedkope drumcomputers op ‘No wow’, die manie die je voelde opwellen tot in je tenen en ballen, die sensatie is weg. Waar The Kills vroeger klauwden, aaien ze nu – de grootste schimp voor eender welke rock-‘n-rollband die zichzelf serieus neemt. Another one bites the dust.
Nochtans waren wij aan het begin van onze luisterbeurt hoopvol: ‘Doing it to death’ trapt af met een typisch Kills-gitaarlijn, zo’n hortend en stotend niemendalletje dat al na twee seconden vertrouwder klinkt dan het deuntje van de ijscowagen. Waarover Mosshart haar lichtjes gehijgde ademstootjes jeremieert totdat een nieuwe riff ons rechtstreeks naar 2004 teleporteert. Maar hoewel we het nummer niet met tegenzin uitluisteren, graaien we nooit naar de repeat-knop. Dat is het probleem van de hele plaat: routine haalt het van geestdrift. Bijna alle nummers op ‘Ash & ice’ schieten veelbelovend uit de startblokken om daarna bij de eerste horde al snelheid te verliezen en tegen de tiende te sjokken met de tong ergens ter hoogte van de borstkas. Nummers als ‘Bitter fruit’ en ‘Hard habit to break’ klinken weliswaar snedig, maar wel snedig zoals Axel Witsel dat is, nooit zoals Radja Nainggolan.
Tijdens de beginfrase van ‘Days of why and how’ klinkt Mosshart zelfs zo verveeld dat we even dachten dat ze haar lijn inzong terwijl ze de afwas deed. Uiteindelijk groeit het nummer mede daardoor – en mede door de tekstflard “When I hear your name, it’s like a freight train“– wel nog uit tot een hoogtepunt. Tegen dan is het kalf evenwel niet enkel verdronken, maar ligt het kadaver al uren maden te verzamelen. Kortom: te weinig, te laat. En dan te bedenken dat het debuutalbum van The Kills ‘Keep on your mean side’ heette. Euh, mislukt.
En als je ons nu wil excuseren, Mooi en Meedogenloos gaat beginnen.
‘Ash & ice’ van The Kills is uit bij Domino Records.
The Kills spelen op 17 augustus op Pukkelpop (tickets en info) en op 8 november in de Arenbergschouwburg in Antwerpen (tickets en info).