RONKER kogelt met ‘Fear is a funny thing, now smile like a big boy’ een monster van een debuut de ether in

door Yannick Verhasselt

Wie zegt dat Belgen met stevig gitaarwerk alleen deinende post-punk dan wel metal kunnen fabriceren, krijgen met het debuut van RONKER een knoert in hun gezicht gekogeld. Ontsproten aan de Dender en in de nasleep van een post-rockband met wisselvallig succes tijdens de corona-pandemie, wierpen Jasper De Petter en Bram Delcourt het over een andere boog. Een punkband, RONKER, dat haar nog pluimen te maken heeft iets slaapverwekkends. Integendeel.

Als er één ding is blijven hangen van die periode, dan is het wel het deprimerende, de vijftig tinten grijs en de sleur. De remedie volgens de band? Keilende punk dat buiten de lijntjes durft te kleuren. RONKER onderscheidt zich namelijk vooral via hun instrumentatie. Die is niet punk. Afin, niet au fond. Post-hardcore is de naam van de bulldozer die je namelijk tracht bijeen te vagen.

Opener ‘Professional facebreaker’ als ‘Kennedy’ vallen zo bijvoorbeeld al met de deur in huis met betrekking tot dat genre. In ‘Slow murder’, ‘Black toast’ en ‘Fear :)’ kanaliseert De Petter zich als z’n eigenste versie van Joe Talbot, eentje die nog schizofrener kan uithalen dan de Britse volksmenner. Het zijn bovendien instrumenteel ook de nummers die ook het meest durven de lijntjes durven kleuren, zowel qua gitaarpartijen als in de drums. Met wat verbeelding hoor je in ‘Black toast’ bijvoorbeeld Rammstein passeren.

‘Denderslijk’ zet je aanvankelijk op het verkeerde been. Al is het gemakkelijk één van de meest furieuze tracks op de plaat. ‘HIIT’ is dan weer de bands punk-klinkende punk nummer op het album. RONKER speelt in het nummer aan een tempo dat je alleen maar doet duizelen en wezenloos achter laat.

Met ‘Fear is a funny thing, now smile like a big boy’ presenteert RONKER zichzelf als één van dé te in de gaten houden bands van het moment. De vocale uitbarstingen en range van De Petter zijn ongeëvenaard. Spuwend, ziedend, schurkend, kruipend en krakend hoor je de frontman van nummer naar nummer heen hijgen op zoek naar een zonnestraal van hoop. “It’s a pitch-black hole and it calls for blood / Can you help me?“, klinkt het verbeten in ‘Hools’. De Grote Jongen verdient meer dan een glimlach te moéten tonen als façade.

RONKER stelt het album op verschillende locaties voor in ons land. Zo staat de band deze week in Café Café (23.05) en later dit jaar in De Casino (20.11). Deze zomer staat RONKER op tal van festivals: Jera On Air (29.06), Rock Herk (19.07), Boomtown (22.07) en Zeverrock (9.08). Check voor meer informatie de website van TOUTPARTOUT.