De rock-’n’-rollvrijers van het Californische Rival Sons staken het zelf nooit echt onder stoelen of banken dat ze zich het meest comfortabel voelen op de planken. Hun wortels liggen namelijk bij een band die alleen een onbetwistbare livereputatie op het oog had. We zijn ondertussen een decennium verder en kunnen met het grootste gemak besluiten dat het rock-’n’-rollgeweld met een meug voor classic rock veel zieltjes heeft kunnen winnen, waaronder ook Belgische op onder meer de wei van Werchter. Je wordt immers niet zomaar het voorprogramma van notabele bands als KISS, Aerosmith, Deep Purple en Black Sabbath op diens prestigieuze ‘The end’-tour.
Hoewel de rivaliserende zonen er vooral om bekend staan de podia in Amerika en elders plat te walsen, leverden ze ook al een veelvoud aan albums af die druipen van het rockhedonisme. Menig bewonderaar zal nochtans keer op keer de losbandigheid van Rival Sons in levenden lijve verkiezen boven de studio-opnames. Nieuwste plaat ‘Feral roots’, dat wederom geproducet werd door Grammy-slokop en vriend Dave Cobb, staat desondanks potig boven eerdere releases. De illustere rock-’n’-rollers laten hun vinnige sound zeker niet los, maar likken juist de oneffenheden weg met ijzersterk productiewerk. Een beetje frisse lucht en zelfbezinning tussen de bomen kan duidelijk wonderen doen voor het songschrijven.
De kranige single ‘Do your worst’ trapt het album af met stekelige gitaarriffs die zanger Jay Buchanan aansporen het gezwinde tempo aan te houden. Het beheerste refrein houdt de grommende rock-’n’-rolltonen daarentegen strak aan de ketting, want die laten vieren zou het nummer snel doen uitdraaien in een maniakaal zooitje. Rival Sons demonstreert daarmee al bij de prelude van ‘Feral roots’ doordachter uit de hoek te komen dan voorheen. ‘Back in the woods’ speelt vernuftig in op de driftige zwemslagen van zijn voorganger: beukend bij het startschot en gierend op het eind. Het akoestische gestel waarmee ‘Look away’ aan de slag gaat, dat doet denken aan Led Zeppelin-achtige eufonie, kan het niet laten om uiteindelijk te ontaarden in karaktervolle classic rock waar Greta Van Fleet het een en ander van kan opsteken.
Het meer bedeesde titelnummer van de plaat draaft doelbewust door de mystieke velden die Robert Plant en co eerder ook al betraden. Zachte snaarstrelingen en tintelende drumslagen bepalen hier de pas totdat de vaart opgevijzeld wordt tot een pittige galop aan rocktonen. Tijdens de opnames van ‘Feral roots’ mocht Rival Sons een tijdje bivakkeren in de roemruchtige opnamestudio Muscle Shoals Sound Studios, waar niemand minder dan The Rolling Stones in 1969 het gevierde album ‘Sticky fingers’ vereeuwigde. Het Stones-aura lijkt daar nog danig aanwezig te zijn, getuige ‘Stood by me’, dat swingende soul en bluesrock verenigt middels een achtergrondkoortje en dartele riffs. ‘Imperial joy’ breidt verder aan dat succesverhaal, al voorziet Rival Sons het van ingrediënten uit zijn eigen keukenkastje.
Dankzij ‘All directions’ mogen we de eerste helft nog eens proeven van het soezerige geluid waar Rival Sons op ‘Feral roots’ zo verzot op is geraakt. Toch duurt het niet lang vooraleer de band terugvalt in rockgebeuk dat moddervette psychedelische riedels aan de man brengt. In ‘End of forever’ wagen de rockluitenanten zich nog een stapje verder. De driftige rock-’n’-roll met obscure praal proberen Buchanan en zijn compagnie meermaals aan de grond te houden tijdens de strofes. Het is hoe dan ook drummer Michael Miley die het laatste woord mag hebben met een verpletterende drumsolo.
In het verleden kon het wel eens zijn dat Rival Sons volledig onvoorbereid de opnamestudio indook, een aangelegenheid waar de luisteraar maar genoegen mee moest nemen aangezien de live-reputatie van de groep veel goedmaakte. Die bladzijde lijken de Amerikanen met stijl om te slaan op ‘Feral roots’, dat de elegantere kantjes van enkele rock-’n’-rollkoppen blootgeeft. Het is uitkijken hoe ze het er live van afbrengen, al heerst daar niet al te veel twijfel rond.
Rival Sons is momenteel bezig aan een nieuwe tour in Europa, waaronder ook een concert in Trix Antwerpen op woensdag 27 februari. Dé uitgelezen kans om die veelbesproken livereputatie eens aan het werk te zien.