De toeristische sector heeft klappen gekregen, en ook Bobby’s Motel moest langer gesloten blijven dan gepland. De release van het debuutalbum van het Canadese Pottery werd zoals zo vele andere albums uitgesteld, maar ondertussen hebben we al bijna een week kunnen overnachten in ‘Welcome to Bobby’s motel’. En we blijven graag nog een paar nachtjes slapen.
Niet dat de kamers zo veel voorstellen, het uitzicht oogverblindend is of het ontbijt om over naar huis te schrijven is. Wel voelt het allemaal uitermate vertrouwd aan, alsof we hier altijd al onze vakanties versleten. Pottery maakt het soort postpunk / newwave waar je coole nonkel fan van is en die jij eigenlijk ook steeds meer begint te appreciëren. Vooral namen uit de iconische New Yorkse CBGB-club zoals Talking Heads, Blondie en Television duiken op in het referentiekader.
De vergelijkingen stoppen echter niet in het verleden. Qua recente bands komt Parquet Courts het dichtst in de buurt. Pottery tourde al met hen en schakelde hun oude producer Jonathan Schenke in, die ook al met bevriende postpunkers Bodega samenwerkte. Het zorgt voor extra herkenbaarheid voor al wie ook in de 21ste eeuw de New Yorkse postpunkscene volgt.
Dat zou natuurlijk al snel als onorigineel en suf bestempeld kunnen worden, ware het niet dat de nummers zo verdomd goed en catchy zijn. Ik omschrijf dit debuut gemakshalve als de beste Talking Heads-plaat die Talking Heads dit jaar niet uitbrengt, en dat is voor zowel Pottery als Talking Heads een compliment. Luister naar ‘Hot heater’ (die tempowissel halverwege) of de dolle rit die ‘Texas drums pt I & II’ is. Tenzij je allergisch bent aan koebellen ga je hier heel goed op gaan. Ook het nijdige ‘Under the wires’, de samenzang in het hinkelende ‘What’s in fashion’ en het intens nerveuze ‘Take your time’ maken het moeilijk om stil te blijven zitten. Afsluiter ‘Hot like jungle’ doet de deur van dit motel zachtjes dicht, maar je hebt meteen zin om blokje rond te lopen en weer naar binnen te stormen.
Met dit debuut maakt Pottery meteen indruk. Het vijftal bewijst dat originaliteit of vernieuwing niet essentieel zijn wanneer je over een verzameling steengoeie nummers beschikt. Hopelijk kunnen we er snel op zweten in een volgepakte club of festivaltent.