Pothamus leidt je op een downward spiral op ‘Abur’

door Yannick Verhasselt

Het Kortrijkzaanse alleenheerschap van Amenra over onze metal-velden, wordt stilaan tot een halt geroepen. De daders? Pothamus. De driekoppige post- meets sludge metal formatie heeft met ‘Abur’ hun tweede wapenfeit losgelaten – eentje die er misschien nog dieper op in hakt dan hun debuut ‘Raya’.

Dat debuut scheerde namelijk meteen hoge toppen en kon via crowdfunding en het goedkeurende oog van Counseling Sounds ook fysiek worden uitgebracht. Voor album nummer twee, leverde dat gelauwerde album hen een voet in de deur op bij het Duitse Pelagic Records – thuishaven van onder meer Psychonaut en Hippotraktor. En misschien belangrijker, een iets comfortabeler gevoel in de opnamestudio. Alles op ‘Abur’ klinkt net iets grootser, net iets vortiger maar ook afgelijnder dan het debuut.

De dreigende percussie en zoemende baslijn die de ‘Zhikarta’ op gang trapt en doorheen het 7 minuten lange nummer als een zwaard van Damocles over je heen cirkelt, toont meteen de charme van de bands muziek. De logge, ritmische instrumentatie heeft iets weg van Tool, hoewel de uitbarsting halverwege compleet hun eigen ding is.

Zanger Sam Coussens neemt je vanaf ‘Ravus’ echt mee op een downward spiral. De instrumentatie knettert en beeft, de vocals jagen je de stuipen op het lijf. IJzingwekkend, luisterbeurt na luisterbeurt. Ook hier maakt de band gebruik van een soort heen-en-weer gekolk in hun instrumentatie. Je wiegt bijna automatisch mee op de dijkbrekende gitaren.

Wel nieuw in hun muziek is de ondersteuning van dronemuziek als een soort voortstuwende krachtbron. Zowel ‘De-varium’ als ‘Ykavus’ nemen elk op hun manier een loopje met het genre – want met de spanningsboog die elders o-zo gespannen stond, wordt met brute kracht uit elkaar getrokken. De band zocht voor de plaat hun inspiratie in Oosterse filosofie – iets wat zich het duidelijkst reflecteert in die songs. Coussens klinkt bijna sjamanistisch op ‘Savartuum avur’ waar zijn monsterachtige vocals je raken tot in het diepste van je zijn. Elders maakt de band gebruikt van een shrutibox – een Indisch harmonium dat men zo weet gebruiken dat het vale, drone soundscapes fabriceert zoals op ‘Ykavus’.

Het laatste en finale nummer, de titelsong, is meteen ook het langste nummer op de plaat. De titeltrack is de culminatie van het album. We zijn afgezakt in de diepste krochten van de hel, een nummer dat de term “trip” waardig is. Het trio zakt eerder aarzelend, onder dreigende, ritmische drums af. Naarmate het nummer vordert weerklinkt hel luider en luider. Na een minuut of vier is het welles geweest: de vuigste grunts worden als angstaanjagende demonen op je losgelaten terwijl de gitaarsalvo’s je oren trachten te vermorzelen. De band worstelt met je gevoelens. Je wordt als het ware meegezogen in hun overweldigende manier van spelen en de grunts van Coussens voelen keer op keer als zweepslagen bovenop de hummende vocals en dronemuziek.

Pothamus heefr met ‘Abur’ nu al één van de meest Zware albums van het jaar uitgebracht. Een statement van een band dat hun sound, instrumentatie compleet onder controle heeft en met dit album zich resoluut heeft genesteld in de harten van velen en bovendien de uitstraling, feel en het geluid heeft van internationale allure.

Binnenkort stelt Pothamus ‘Abur’ in Ancienne Belgique, op 27 en 28 februari. Beide concertavonden zijn echter hopeloos uitverkocht. De eerste show wordt echter gefilmd en zal integraal worden uitgezonden op het YouTubekanaal van de zaal. Toch een beetje soelaas dus voor diegenen die er niet bij kunnen zijn. Waar je wél kunt bijzijn is hun release show in de plantentuin van Meisse op 14 juni. Pothamus speelt er zowel een matinee concert als een avond show.