Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs leegt de gitaarkelk tot de bodem op ‘Viscerals’

door Louis Van Keymeulen

In 1080 werd Newcastle upon Tyne bijna volledig vernietigd door de vikings. Net zoals hun thuisstad indertijd herrijst Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs na twee jaar stilte uit de duisternis met een nieuwe plaat. Op ‘Viscerals’ verstevigen de Britten hun grip op de stonermetalformule met hevige psychrock, doom en sludge-invloeden. De plaat is zo puur als stonermetal kan zijn. Er zijn wel degelijk andere instrumenten aanwezig, maar toch hoor je overwegend gitaar. Nog opmerkelijk is hoe de band creatief omspringt met gelaagde riffs en ze combineert met simpele, doch creatieve en levendige lyrics.

‘Viscerals’ opent met de single ‘Reducer’, een nummer waarin ze duidelijk maken dat ze geen moer geven om naambekendheid. Bovenop de eerste van vele repetitieve, maar krachtige riffs schreeuwt zanger Matt Baty zijn frustraties ten opzichte van het Westers individualisme aan windkracht twaalf uit zijn lijf. “Ego kills everything“, zo luidt de boodschap onverbloemd. De eerste single wordt al meteen achternagegaan door de volgende. Op ‘Rubbernecker’ toont Pigs x7 hoe ze met haar compacte, eenvoudige songteksten toch een verhaal kan vertellen. ‘Rubbernecker’ gaat naar eigen zeggen over een clown die zichzelf isoleert omdat de wereld te krankzinnig wordt. De harlekijn hunkert naar vriendschap, maar is zo geïntimideerd door de buitenwereld, dat afscherming de enige optie is. Met een depressie als gevolg. “Untie the right rope!

Het album telt slechts acht nummers, maar met twee ervan kan je een kwartier vullen. ‘New Body’ en ‘Halloween bolson’ zijn respectievelijk zeven en negen minuten lang en het is in deze nummers dat de groep toont hoe ze wel degelijk muzikaal-technisch sterk is en genoeg variatie kan brengen. Ze blijven bij een onderliggende riff, maar daar worden meerdere gitaarpartijen bovenop gelaagd en uiteindelijk speelt alles subliem op elkaar in. Afzonderlijk ontleed zijn de gitaarpartijen redelijk simplistisch, maar het is tesamen dat ze bloeien in eendracht. De andere manier waarop Pigs x7 differentiatie in zijn muziek verwerkt zijn tempowisselingen. Harde, up-tempo stukken worden afgewisseld met tragere versies van diezelfde stukken. Het publiek wordt uitgenodigd, neen verplicht, om het hoofd schokkend op en neer te bewegen. Dit met een mogelijke whiplash tot gevolg, maar die nemen we er graag bij.

In de lijn van hun genre mogen we Pigs x7 gerust een cynische band noemen wiens teksten en titels gevuld zijn met apocalyptisch symbolisme. De titels van de nummers spreken voor zich, maar toch smokkelen ze hier en daar tegenstrijdigheden in hun teksten. “Crazy in blood” is hier een toonvoorbeeld van. Harde titel, stevig nummer, maar één van de hoofdzinnen die meerdere keren herhaald wordt is “Take me to heaven“. We weten niet welk beeld van de hemel de bandleden in hun hoofden hebben, maar als we de algemene christelijke leer volgen dan lijken de mannen van Pigs x7 eerder voorbestemd voor het hellevuur. Dat gezegd zijnde, in de hel zouden ze wel artist-in-residence zijn en steevast de soundtrack afleveren voor de doorlopende martelingen van de ongelukkige zielen.

Op ‘Viscerals’ bekrachtigt Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs waar ze voor gekend staat. Ruige, glasheldere stonermetal met explosief gitaarwerk aangevuld met psychedelische accenten en lyrics die meer betekenen dan op het eerste gezicht lijkt. Het moet gezegd zijn dat Pigs x7 een band is die op het podium het beste tot uiting komt. De intense, lichtjes gewelddadige sfeer leent zich beter aan moshpits en zweten in groepsverband dan aan een rampage in je woonkamer. Het album vereist een bepaalde gemoedsstemming en is geen hapklare brok om even tijdens het afwassen te beluisteren. Het zou wel perfect kunnen dienen als een manier om de frustraties van je af te schuiven wanneer je bijvoorbeeld net ontslagen bent of de wederhelft net betrapt hebt op een vrijpartij met de postbode.