Pharmakon, het noise-project van Margaret Chardiet, is terug met een vierde album. Na ‘Abandon’, ‘Bestial burden’ en ‘Contact’ mag het geen verrassing wezen dat ‘Devour’ de beginletter D toegewezen kreeg. Naast de alfabetische orde wordt er ook muzikaal gezien een logische lijn doorgetrokken. Waar het vorige werk van Chardiet soms nog agressief kon overkomen, werd er met ‘Contact’ meer aandacht gelegd op (weliswaar enorm donkere) sfeerschepping, een experiment dat in ‘Devour’ volop verdergezet wordt.
Aanvankelijk zet de plaat je wel nog op het verkeerde been. Openingstrack ‘Homeostasis’ is het kortste en meest brute nummer op het album. De dreunende bassen komen hard binnen en de stem van Chardiet klinkt dankzij een rare stemvervormer alsof ze tegen een ventilator staat te schreeuwen. Ironisch genoeg zijn het net deze elementen die van ‘Homeostasis’ het toegankelijkste nummer op ‘Devour’ maken. Het is een goede zet om dit helemaal aan het begin te zetten, want zo word je langzaam maar zeker klaargestoomd voor de nachtmerrie die nog komen moet.
Met ‘Spit it out’ laat het album zijn ware gelaat zien. Waar ‘Homeostasis’ nog een enigszins meeknikbare cadans had, focust de band vanaf dit punt volledig op het verwezenlijken van een zwartgallige extase. ‘Spit it out’ bestaat uit modderige bassen met schelle noise erover en een sirene-achtige toon die je gedurende het volledige nummer richting waanzin leidt. ‘Self-regulating system’ gaat in dezelfde sfeer verder, maar voegt er een industriële beat aan toe die klinkt als een stoomtrein die je richting de psychologische afgrond vervoert.
In de laatste seconden van ‘Self-regulating system’ maakt Pharmakon echter de onbegrijpelijke keuze om het nummer abrupt af te breken met enkele blastbeats die schijnbaar uit het niets komen. Het kan als muggenzifterij klinken om enorm veel negatieve waarde toe te schrijven aan luttele seconden op een heel album, maar op deze manier wordt heel de trance waar deze muziek rond draait aan diggelen geslagen. Omdat we zo bruusk wakker geschud werden, heeft het daarop volgende ‘Deprivation’ dan ook moeite om ons in z’n nerveuze noisescape onder te dompelen. Wellicht had de track baat gehad bij een ritmisch element zoals in de opener om ons weer in de atmosfeer van de muziek te sleuren.
Met afsluiter ‘Pristine panic / cheek by jowl’ weet de plaat zich gelukkig nog te herpakken en in schoonheid (nu ja) te eindigen. Het is een ware koortsdroom van tien minuten lang die je volledig bevreemd en met een leeg gevoel achterlaat. Doordat de plaat zichzelf halverwege in de voet schiet kunnen we ‘Devour’ jammer genoeg geen meesterwerk noemen, maar het is nog steeds een noemenswaardige toevoeging aan het oeuvre van Pharmakon. Mensen die sowieso niet van het genre houden zullen door dit album niet bekeerd worden, maar de doorwinterde noiseliefhebber zal hier ongetwijfeld van kunnen genieten.