Anders dan je zou verwachten bij het horen van zijn naam, zingt Oostendenaar Peter Bultink niet in het Nederlands, maar in de taal van Molière. De man achter L’Orchestre du Mouvement Perpétuel trok zich, na omzwervingen in onder andere Zwitserland, Griekenland en Canada, terug in een chalet in de Belgische Ardennen en komt nu met het allereerste album onder zijn eigen naam.
Drukt dit zelfgezochte einzelgängerschap dan ook stevig zijn stempel op ‘Aux Larmes, Citoyens’? Allerminst. Bultink werkte uiteindelijk samen met rapper Baloji, cellist Vercampt, de Gysel Sisters en schreef bepaalde nummers zelfs samen met zijn vrouw. De vrucht van deze smeltkroes van samenwerkingen werd geproducet door bekende toetsenist en Arno-compagnon Serge Feys.
De afwisseling van invloeden reflecteert zich ook in het album zelf: opener ‘C’est comme ça’ sleept de luisteraar dankzij de aanstekelijke inwerking van de klassieke toetsenist op de ritmische synthesizer gemakkelijk mee. Twee nummers later krijgt diezelfde nietsvermoedende luisteraar echter plots de donkere ballad ‘Aux Larmes’ voorgeschoteld, die doet denken aan de melancholische muziek van de Franse artiest Bénabar en die op een andere manier weet te veroveren. Buiten dit ene tragere lied is de rest van het album gedrenkt in poppy electronica, die nooit overheerst maar op de achtergrond het ritme weet te houden en af en toe stevig uit de hoek komt om een accent te leggen.
Hoewel de muziek zelf dankzij zijn multipele gelaagdheid spontaan verovert, komen de theaterachtergrond en de podiumervaring van Bultink naar boven in zijn surrealistische lyrics. Tekstflarden als ‘Je suis le roi qui boit du Stella Artois’, ‘Madame Pompadour, je veux ton amour’ en ‘J’ai un arbre, mais pas la terre’ zorgen voor een vreemd randje aan de luisterervaring. Dat er in dit album ruimte is voor humor en theatrale trekken, wordt nog eens extra in de verf gezet in afsluiter ‘La Danse des Moutons’ waarin zowaar blatende schapen op synthesizerbeat worden gezet.
Peter Bultink voert je met zijn ‘popmuziek met een eigen inslag’ mee naar zijn wereld. Het is er soms even zoeken, maar het gaat ongetwijfeld lukken om er jezelf te vinden.
Album verdeeld door Parsifal