Noah Lennox, of beter gezegd Panda Bear, heeft een scheiding acter de rug. En dat zullen we geweten hebben. Het eenmanskoortjes nieuwste, ‘Sinister grift’, staat bol van de zelftwijfel, hartzeer en liefdeskaters. Jammer genoeg hoort het niet thuis in het rijtje van impactvolle divorce albums. In het rijtje van artiesten als Marvin Gaye, Bob Dylan, Björk en anderen zal het album niet meteen terecht komen. Wél is het onderhoudend genoeg om in een korte brief naar huis over te schrijven. Panda Bear laat bij zich binnenkijken. Op de plaat vinden we vinden er mistroostige thema’s met een verraderlijk, opbeurend muzikaal karakter.
‘Sinister grit’ onderscheidt zich duidelijk van diens voorgangers ‘Reset‘ (2022) en ‘Buoys‘ (2019). Minder avontuurlijk en kleurrijk dan de eerste en compacter en statischer dan de tweede. De medebezieler van Animal Collective lijkt gegronder dan ooit in diens nieuwste muziek. De stemopnames zijn meer gebundeld. Bovendien lopen ze niet meer over van de reverb en echo’s. Deze minder kwistige productiestijl maakt van dit album een unicum in Lennox’ discografie.
We horen in de klankkeuzes dezelfde terugkeer naar het aloude drumstel als bij Animal Collectives ‘Isn’t it now’ (2023) en ‘Time skiffs‘ (2022). Duidelijk is het afweren van drumcomputers en geproducete beats hier ergens in te vinden is. Al bij de aanvang van ‘Praise’ horen we deze herwaardering. Jammer genoeg begint het album hierbij ook best steriel. Een duidelijk minpunt doorheen het hele album is de weinige beweging van de nummers. Een zekere rigiditeit en voorspelbaarheid maken het niet al te avontuurlijke muziek. Vaak is van het begin af aan al duidelijk welke riffs, hooks of motieven we voor de komende drie minuten kunnen verwachten.
De eerste helft van het album bevat echter wel enkele treffende artistieke keuzes. ‘Anywhere but here’ kent een early-Beatleseque zanglijn die alleen Panda Bear op moderne wijze kan herinterpreteren. ‘Just as well’ klinkt het kleurrijkst en doet zelf lichtjes denken aan stranden. Dit beeld blijft echter niet heel lang hangen. ‘Sinister grit’ wordt gekenmerkt door ambigue signalen. De muziek mag dan wel zorgeloos of opgewekt klinken. De teksten zijn daartegenover niet al enthousiast van inhoud. Panda Bears introspectie graaft diep na diens relatiebreuk.
Het is voorbij de helft waar we de magie van dit werk kunnen vinden. De laatste vier nummers zijn allen binnenkoppers. Het tempo verandert aanzienlijk en de ernst staat centraler. ‘Venom’s in’ is een classic Panda Bear product. De lagen van de zanglijnen onderbouwen elkaar perfect. ‘Left in the cold’ en ‘Elegy for Noah Lou’ zijn trage, ijzige nummers. Vooral op de elegie horen we de stem nog eens diep en hoger gaan met hier en daar een trilling van emotie. Afsluiter ‘Defense’ klinkt als een hoopvol slot. Ook de feature van Cindy Lee is een aangename verrassing. Na een vlot afstandelijk gitaarlikje kickt een drum snare in om het einde in te roepen van ‘Sinister grift’.
Zowel Panda Bear, alsook breder, Animal Collective lijken hun beste periodes wel gehad te hebben. Het plezier van het creëren, is duidelijk nog aanwezig. Daarnaast lijkt er op een bepaalde wijze meer openheid en vrijheid te zijn. Echte experimentatiedrang blijft dan weer eerder beperkt tot het vinden van een eigen geluid waar hij zich even, zonder al te veel te overdrijven, comfortabel in kan voelen. De kans lijkt ons klein dat vele nieuwe fans zullen binnenkomen bij dit nieuwste album.