‘Engelands gitaarhoop in bange dagen’, het is een titel die vele jonge, Britse groepen hebben opgeplakt gekregen van de verzamelde muziekpers daar over het kanaal, het bekende NME op kop. Het is een etiket dat al even vaak diezelfde bands heeft genekt. Ze worden de hemel in geprezen en superlatieven schieten tekort. Zoals het echter vaak gaat met hypes, willen de platenbonzen het ijzer smeden terwijl het heet is en moet er snel-snel een debuut in elkaar geflanst worden. En zoals dat nog vaker het geval is, is haast en spoed zelden goed. In 2012 viel Palma Violets deze bedenkelijke eer te beurt naar aanleiding van hun onwijs gave deuntje ‘Best of friends’: een kanjer van een song met een refrein dat zich na een enkele beluistering reeds muurvast in je hoofd betonneert. Het bijhorende album ‘180’ was niet slecht te noemen, maar een aantal aardige singles niet te na gelaten (‘Step up for the cool cats’ en het al vernoemde ‘Best of friends’) ook niet bijster goed.
Dat klinkt alsof het tijd is voor een tweede kans voor deze heren uit Londen. Dus gooien ze het op ‘Danger in the club’ over een andere boeg. Weg is de lo-fi productie die op ‘180’ overheerste. Producer John Leckie (die ook al met onder andere The Stone Roses en Pink Floyd de studio in dook) meet hen een meer afgemeten, uitgekiende en soms misschien wel afgelikte sound aan. Dat voelt echter niet per se aan als een nadeel. De band weet hoe ze een aanstekelijk nummer moeten schrijven, dat is niet veranderd. Ook hier zijn er een paar pareltjes aanwezig. Het vergt slechts een enkele luisterbeurt en je krijgt het wijsje uit single ‘Danger in the club’ niet meer uit je hoofd. Het koortje in het refrein van ‘Peter and the gun’ slaat ons eveneens snel tegen het spreekwoordelijke aanstekelijkheidscanvas en ook ‘English tongue’ kan ons krijgen.
De garagerock van weleer heeft dus moeten ruimen voor een beter uitgebalanceerde sound. Alles klinkt beter overdacht en de instrumentatie lijkt op de juiste plaats te zitten. Het werkt ook, alleen, het is allemaal zo inspiratieloos. Het album mist een ziel, een soort overkoepelende leidraad waaraan de individuele stukjes zijn opgehangen. Of je nu het hele werk luistert of slechts enkele liedjes, dat maakt niet uit. Het is alsof de band eerder uit noodzaak dan uit inspiratie een opvolger heeft neergepend en ingespeeld. Dat hangt samen met het feit dat Palma Violets hier vooral eenheidsworst serveert. Het is moeilijk om iets te zeggen over de aparte nummers omdat er zelden eentje boven het maaiveld uitsteekt (de hierboven vermelde oorwurmen niet te na gelaten, maar drie noemenswaardige stuks van de dertien is niet echt te veel). Het is evenmin ergens slecht te noemen. Echte dieptepunten zijn niet te vinden, het is gewoon middelmatig. Een aangenaam plaatje om te luisteren, dat zeker, maar guitige garagerock, het is al eerder en beter gedaan.
Palma Violets speelt deze zomer op het Dour Festival (19.07, info en tickets). Alle tourdata vind je op de website van de band.
Album verdeeld door Rough Trade Records