Het Nieuw-Zeelandse Dunedin kent al langer een traditie van licht psychedelische, licht gestoorde indierock. In 2016 nog werd Kane Strang onofficieel stadsmuzikant van het jaar met zijn smakelijk debuut ‘Blue cheese’. De eerste plaat is amper verteerd of de eenmansband staat er opnieuw met opvolger ‘Two hearts and no brain’. Geïnspireerd door Mitski en zijn nieuwe collega’s op Dead Oceans, ontdoet Strang zich van de laatste sporen speelse psychedelia en waagt zijn kans in introspectieve jaren negentig gitaarpop. Het resultaat klinkt volwassen en beredeneerd. Helaas klinkt het tegelijkertijd even kleurloos en repetitief.
Kane Strang is op muzikaal gebied zelfzeker genoeg om gedurende heel ‘Two hearts and no brain’ niet meer aan zijn reeds bestaande geluid te sleutelen. De vaste formule van slordige baslijnen en een paar rauwe gitaren (eentje voor akkoorden en eentje voor simpele melodietjes) wordt geïntroduceerd op ‘Lagoon’, geperfectioneerd op ‘Silence overgrown’ en ten slotte gerecycleerd op de resterende acht nummers. Helemaal kwalijk kunnen we de man dat niet nemen. Zoals de single ‘My smile is extinct’ immers laat horen, betekent formulair niet noodzakelijk slecht, integendeel. Maar een single is dan ook geen album, en het blijft jammer dat zelfs de sterkere songs op de plaat verloren gaan in het al te gelijkaardige gedruis.
Opvallender zijn Kane Strangs teksten. “Here I am, sandwiched between heaven and hell—oh what, they don’t exist?”: het lijkt nagenoeg geïmproviseerd. Samen met de binnensmondse manier waarop het gebracht wordt, ontstaat zo de indruk dat de zanger maar wat tegen zichzelf zit te praten. Zulke directheid kan doorgaans twee kanten uit: ofwel haalt het je binnen, ofwel sluit het je buiten. In het geval van ‘Two hearts’ neigt het eerder naar dat laatste. Daarenboven staat de relativerende toon (‘It’s not that bad’, ‘Not quite’) de empathie vaak in de weg. Wanneer dan het flauwe “I’ll say it to her face and I’ll say it to her dad” gevolgd wordt door “Kill me now, I want to die” weet je het helemaal niet meer. Enerzijds lijkt Kane Strang te willen spelen met contrasten; anderzijds blijft het allemaal maar een grijze brei. ‘Two hearts and no brain’ is dus best een vreemde plaat wanneer je erover nadenkt. Ons advies: gewoon niet doen.