Drieëntwintig albums bracht John Dwyer de voorbije twintig jaar al uit met z’n band Osees. Er sneuvelen dan wel eens bandleden of letters (van Orinoka Crash Suite naar OCS naar Thee Oh Sees naar Oh Sees tot nu), aan urgentie en inventieve garagerock is er op elk van die platen geen gebrek, ook niet op deze ‘Protean threat’.
Wie Dwyer al eens live aan het werk zag, weet dat het er heftig aan toe kan gaan. Microfoons verdwijnen in keelholtes, “woew”-kreetjes en schoenen vliegen in het rond. ‘Protean threat’ start meteen verschroeiend met ‘Scramble suit II’, dat na wat auditief schuurpapier overgaat in een uptempo pogo. Dat gaat naadloos over in de eveneens energieke single ‘Dreary nonsense’, met z’n anderhalve minuut de ideale hapklare introductie tot de band. Wat later maakt ‘Terminal jape’ alle cafeïne van de wereld overbodig, het doet in iets meer dan twee minuten waar ‘Infest the rat’s nest’ van King Gizzard & The Lizard Wizard een ganse plaat voor nodig had: alles aan gort spelen.
Niet elk van de dertien nummers die op iets meer dan een half uur passeren, stompen in de maag. Op het catchy ‘If I had my way’ kan je perfect je heupen losgooien, terwijl ‘Said the shovel’ een relatief trage en instrumentale oefening is in tempowissels. ‘Canopnr ’74’ flirt met psychedelica en afsluiter ‘Persuaders up!’ haalt een laatste keer alle nervositeit en energie boven. Je blijft uitgewrongen achter maar wil meteen nog een ritje maken op deze rollercoaster.
Los van z’n zijprojecten als Damaged Bug en Bent Arcana (met wie hij dit jaar ook al platen uitbracht) blijft Osees hét paradepaardje van John Dwyer. Hij bewijst samen met Ty Segall en King Gizzard dat productiviteit geen afbreuk dient te doen aan kwaliteit. Op de dag dat dit ‘Protean threat’ werd aangekondigd maakte Dwyer al bekend dat er in oktober een opvolger aankomt. Tot het zover is, biedt deze plaat je alle energie-uitbarstingen van een zweterige liveshow die je al zittend met een mondmasker op niet kunt ervaren.