Multi-instrumentaliste en singer-songwriter Julia Holter heeft met ‘Something in the room she moves’ wederom een feilloos album op haar canto gespeld. Holters albums vinden steevast plaats op een ander muzikaal landschap. Hier vinden prachtige arrangementen en experimentele texturen meer een thuis dan op het grootse ‘Aviary‘.
Waar Holter vroeger wonderlijke artpop maakte, lijkt er de laatste jaren een shift te zijn plaats gevonden. Die was reeds te merken op haar laatste album ‘Aviary’ waar jazz dan wel klassieke ondertonen aanwezig waren. Echter, vormen die op ‘Something in the room she moves’ bijna het geraamte van de plaat. Grote gebeurtenissen, zoals de pandemie en de geboorte van haar dochter, hebben het gevoel van verlangen dat eerder in haar carrière overheerste, getemd. Desalniettemin opent het album met ‘Sun girl’, haar meest toegankelijke song op het album.
Het nummer glijdt over in als een wolk klinkende ‘These morning’. De blazers strekken zich eindeloos uit, terwijl pianotoetsen bijna aarzelend zweven in het luchtledige. Muzikaal gezien vertrouwt ‘Something in the room she moves’ op een roterende kern van synth, bas, houtblazers en hoorns. Slechts een paar nummers bevatten enige vorm van traditionele percussie. Bovendien is er nauwelijks een gitaar te horen. Holter heeft op het album een postmodern kamerkwartet gevormd van getalenteerde multi-instrumentalisten – waaronder haar echtgenoot Tashi Wada die de synths bedient, Elizabeth Goodfellow op percussie en Devin Hoff op zowel fretloze als dubbele bass – die bedreven zijn in pop, jazz, folk en klassiek.
Het engelachtige ‘Materia’ leidt halfweg het meditatieve ‘Meyou’ in. Het is een nummer dat a capella wordt gezongen, waarbij de woorden ‘me’ en ‘you’ afwisselend worden gezongen. Uiteindelijk vervagen die in elkaar totdat het niet meer te zeggen valt waar de ene stem eindigt en de andere begint. Het is volgens ons één van de meest experimentele cuts op het album en daarnaast in de minst interessante.
Gelukkig pikt het album nadien terug op waar het ons in de eerste helft had achtergelaten. Op ‘Spinning’ klettert de percussie tegen alles en iedereen. Een wake-up call van een midzomernachtsdroom waarbij zowel bas als drums hels tekeer gaan en Holter haar teksten bijna als een mantra af dreunt. Het is meteen ook één van onze favoriete songs van het hele album.
De productie van het album verdient ook lof. Elk geluid is met precisie geplaatst. Een track als ‘Ocean’, met synths die als draaikolkjes om je heen lijken te spinnen, klinkt exceptioneel. ‘Spinning’ en de openingstrack klinken dankzij die bijna organisch klinkende percussie en bas iets dat van Fiona Apples ‘Fetch the bolt cutters‘ had kunnen komen. Ondanks dat de instrumentatie slechts afkomstig is van een kwartet, klinkt deze bijzonder rijk. Het omhult je als het ware als een warm deken. Elke keer dat je luistert, ontdek je nieuwe details en nuances die je op een dieper niveau raken en je laten verdwalen in de pracht van Holters muzikale wereld.
Het is duidelijk dat Julia Holter met dit album een nieuw hoogtepunt heeft bereikt in haar carrière. De avant-garde componiste weet met het album wederom het speelveld te vergroten. ‘Something in the room’ is een kruisbestuiving van art pop, jazz en minimalisme. Als je op zoek bent naar een album dat je uitdaagt, inspireert en betovert, zoek dan niet verder.
Julia Holter stelt het album voor op 5 april op Rewire (tickets & info). Daarnaast brengt ze de plaat ook naar de Botanique op 10 april (tickets & info).