In de jaren ’90 waren The Oblivians koning in het ondergrondse rijk der garages. Sprookjes blijven niet duren luidt het cliché dan. De groep splitte in ’98 maar het sprookje bleef wonderbaarlijk genoeg wel duren. Succesvolle solocarrières met The Reigning Sound en Jack O and The Tenessee Tearjerkers werden uit de grond gestampt, net als het succesvolle garagelabel Goner Records. En nu is er de langverwachte comeback.
Op ‘Desperation’ bewijzen Greg, Eric en Jack Oblivian dat tijd op hen geen invloed heeft. De veertigers klinken nog steeds even vitaal als de gemiddelde zestienjarige. Tekstueel zijn de heren wel tot rust gekomen. Titels als ‘And Then I Fucked Her’ vinden we niet meer, het heilige vuur der belediging is uitgedoofd. De nummers zelf zijn naar gewoonte live opgenomen en zijn simpel te omschrijven: schuimbekkende, stampende en wild om zich heen slaande garagerock.
Dat neemt niet weg dat de muziek op ‘Desperation’ gevarieerder is dan op hun meesterwerk ‘Soul Food’. De sixties zijn duidelijk aanwezig in het orgel op ‘Call The Police’, dat aan MC5 doet denken. Op opener ‘I’ll Be Gone’ lijkt het drietal zowaar het gouden woord melodie ontdekt te hebben. Het levert een dot van een nummer op. Het merendeel van de plaat is echter klassiek Oblivians-materiaal. ‘Run For Cover’ is een steenharde garagepunkuithaal die de waarheid achter het gezegde schoenmaker blijf bij je leest illustreert.
Het mooiste aan ‘Desperation’ is de eerlijkheid die het album uitstraalt. The Oblivians doen waar ze goed in zijn, zich amuseren en daardoor ook hun publiek een fijne tijd bezorgen. Dat levert alweer een parel op aan de kroon der garagerock.
Oblivians hebben voorlopig geen live datums in België of Nederland vastliggen.