Voor Lana Del Rey-reviews wordt de gemiddelde muziekjournalist even een psycholoog. De hamvraag luidt altijd: hoe oprecht is ze? Het antwoord op die vraag wordt steevast gevolgd door een conclusie verbonden aan de al dan niet bestaande authenticiteit. Misschien moeten we gewoon geloven dat Lana het allemaal meent, zoals ze zelf zegt. En misschien maakt de waarheid ook niet echt uit. Persona’s worden al heel lang uitgespeeld in popmuziek, personal brands zijn in laat-kapitalistische tijden een must voor artiesten, en de grens tussen echt en nep is sowieso al moeilijk tot onmogelijk vast te stellen. Andere popartiesten moeten geen verantwoording afleggen voor hun image, Lizzy Grant moet zich zelfs verdedigen voor haar lippen en gegoede afkomst. Dat is niet eerlijk. Wat volgt is een poging om ‘Lust for life’ met deze gedachte in het achterhoofd te bespreken.
Zestien nummers lang is-ie, de vierde langspeler van de alternatieve popprinses. Dat is natuurlijk weer veel te lang, al gaat ze toch nog eens twaalf minuten over haar vorig record van ‘Honeymoon’. In een streaming-klimaat waarin charts langere tracklists belonen kan je vermoedelijk moeilijk anders verwachten. Toch moet je het Lana nageven dat de tijd verrassend snel voorbij vliegt bij het beluisteren van ‘Lust for life’. Ik zou zelfs durven beweren dat een luisterbeurt van haar meest recente korter aanvoelt dan een luisterbeurt van de voorganger.
Dat kan je opmerkelijk vinden, omdat de New Yorkse op haar nieuwe album bitter weinig verandert aan haar beproefde recept. Ergens verdient dat in Del Rey’s geval net erkenning – hoezeer de vraag naar vernieuwing ook gevalideerd is. Je krijgt namelijk het gevoel dat ze pas bij de release van deze vierde plaat echt serieus genomen wordt. Toen Lana met haar debuut naar buiten kwam, botste ze op een irrationale muur van kritiek. Toen ze daarna ten tijde van ‘Ultraviolence’ een eerder depressieve indruk gaf, kreeg ze met nog meer onbegrip te maken. Toch heeft ze doorgezet en, gesteund door twee nummer-één-platen en aanhoudend succes, moet de pers haar nu wel naar waarde schatten.
Kwalitatieve inconsistentie is altijd de grote boosdoener geweest binnen het oeuvre van de 32-jarige self-made diva. Haar oudere albums boden, naast te veel van hetzelfde, vooral ook te weinig hoogtepunten buiten een handvol oneindig vaak herbeluisterbare liedjes. Op ‘Lust for life’ lijkt ze meer dan ooit een zeker niveau te kunnen aanhouden. Zwakkere momenten zijn zeldzaam en verspreid over de tracklist. Middenin de eerste helft voelt ‘White Mustang’ te veel als een onafgewerkte blauwdruk, terwijl single ‘Summer bummer’ met A$AP Rocky en Playboi Carti z’n titel alle eer aandoet. Een andere samenwerking die, niet geheel onverwacht, overdadig aanvoelt, is die met Sean Ono Lennon.
Elders is de melige glamournostalgie van Lana verbazend gemakkelijk verteerbaar. Je zou denken dat overdaad schaadt wanneer ze ook echt over Woodstock gaat zingen, wanneer ze er een feature van Stevie Nicks bijhaalt of wanneer ze haar melancholische liedjes vol verlangen injecteert met weinig uitgesproken politieke boodschappen. Of je de nummers nu wil relativeren of er net helemaal in wil opgaan, keer na keer weet de enigmatische muzikante wel met een speelse, dromerige manier van werken de luisteraar rond haar vinger te winden.
Del Rey heeft doorheen haar hele carrière al geprobeerd om emoties te bespelen. De wijze waarop ze dat doet, wordt steevast in vraag gesteld. Het is een beetje potsierlijk, clichématig en overdreven. Grant zingt in hyperbolen en kan smachtend en weemoedig als geen ander klinken. Vermoedelijk maakt dat haar deels zo controversieel: ze hanteert wel de grote woorden van andere popsterren, maar relativeert ze niet in een soort karikaturale, heel erg zelfbewuste act. Wanneer het refrein van ‘Cherry’ piekt in een “I fall to pieces when I’m with you”, wanneer Lana met God wil spreken in ‘Coachella – Woodstock on my mind’ of wanneer de Amerikaanse vrouwen vereerd worden in ‘God bless America – and all the beautiful women in it’ kan ik echter toch niet anders dan de feels erkennen. De indruk die de notoire Trump-behekster geeft is niet nep, maar misschien wel naïef. Daardoor is deze lichtjes levenlustigere lp eerder charmant, al vind ik ook kritiek daarop gerechtvaardigd.
De shtick van Lana Del Rey werkt in ieder geval grotendeels op ‘Lust for life’. Waarom ze de dingen zingt die ze zingt, doen niet per se zo ter zake: ze zijn onschuldig en als Lana zich zo wil uitdrukken is dat voor mij oké. Belangrijker is dat ze er op haar vierde album bovengemiddeld vaak mee wegkomt.