Achter het pseudoniem Mothlite gaat multi-instrumentalist Daniel O’Sullivan schuil, die je onder andere kan kennen als vast groepslid van het Noorse progmetal gezelschap Ulver en als live muzikant bij het doom ensemble Sunn 0))). De Britse jongeman is inmiddels aan zijn tweede solo album onder deze naam toe, en levert meteen een taaie brok af.
Hoewel de progressieve elementen van voornoemde bands duidelijk doorklinken, grijpt ‘Dark Age’ op het eerste gehoor vooral terug naar de ijle synthpop uit de jaren ’80; getuige daarvan de bakken galm waar niet alleen de stem en de synths, maar eigenlijk het volledige instrumentarium in gedrenkt zijn. Ook singel ‘Seeing in the Dark’ kan probleemloos doorgaan voor een dromerig wavepopnummer. Geleidelijk aan merk je echter dat er meer aan de hand is; onder de oppervlakte broeit namelijk een veelheid aan stijlen, invloeden en tegendraadse combinaties.
De het experiment niet schuwende neo-klassieke componist in O’Sullivan haalt geregeld resoluut de bovenhand. Onder de soms zelfs naar muzak neigende etherische bovenlaag vormt hij een amalgaam aan genres, gaande van moderne rock en gespacete folk over psychedelische jazz en minimalistische new wave tot ambient, trance en drum ‘n bass om tot een niet altijd even toegankelijk en bij wijlen provocatief geheel.
Het album wekt een erg introspectieve en breekbare indruk, en mist ergens wat uitbundigheid. Thematisch geeft ‘Dark Age’ op eerder hermetische wijze een donkere, pessimistische visie op de hopeloosheid van de liefde waarbij O’Sullivan het wereldlijke met het metafysische en het fysieke met het geestelijke tracht te verenigen. Hoog gemikt, met andere woorden.
Concluderend moeten we echter toegeven dat het ons gevoelsmatig niet ten volle lukt helemaal door te dringen in het bevreemdende universum van Mothlite. Muzikaal wordt je weliswaar bedolven onder een lawine van gewaagde progressies en genrewendingen, maar in zijn totaliteit laat ‘Dark Age’ je wat ontheemd en verweesd achter. We durven te stellen dat deze langspeler niet éénieders kopje thee zal zijn, en eerder gericht is op de zogenaamde meerwaardezoeker.
Album verdeeld door Bertus