Het blijft moeilijk om in de Westerse wereld naam en faam te maken als je uit het zuid-oosten van de wereld komt. Iedereen kent ongetwijfeld postrock-giganten als Sigur Rós, Godspeed You! Black Emperor of Mogwai, die begin jaren 90 aan de wieg stonden van het genre en het hebben gemaakt tot wat het nu. Toch mag ook MONO, als hét postrock-uithangbord van Japan, best wel dat lijstje vervoegen: al twintig jaar legt de band een consistentie aan de dag waar je alleen maar respect voor kunt hebben.
Voor ‘Nowhere now here’ besloot de band naast enkele typische atmosferische postrock-invloeden (‘Sorrow’) tevens te experimenteren en zich zo heruit te vinden. Bij het prachtige intro-nummer ‘God bless’ horen we de band richting hoorns grijpen, iets wat ze in het verleden prominenter hebben gedaan. Tijdens de eerste minuten van de eindeloze titeltrack dringen deze op een subtiele doch onheilspellende manier onze oren binnen. Het lome tempo van het nummer creëert een soort melancholieke sfeer die je bedwelmt en na een minuut of drie helemaal lijkt mee te sleuren in tragiek en tristesse. Hoewel ‘Nowhere now here’ in het lange middengedeelte een beetje van zijn kracht verliest, weet de groep de titeltrack op een uitmuntende manier af te sluiten.
MONO bewijst daarnaast weer maar eens hoe je een plaat kunt laten ademen: in het spacy ‘Far and further’ en het bezwerende ‘Funeral song’ laat de groep je even uitrusten, na de pegels die de Japanners uitdeelden in bijvoorbeeld het woeste ‘After you comes the flood’ of de pikzwarte titeltrack. Het mooiste rustpunt op het album is echter ‘Breathe’, waar bassiste en vocaliste Tamaki Kunishi voor de eerste keer haar stem verleent aan een nummer. We lijken ons door de met drones beladen intro wel in een soort niemandsland te bevinden tot Kunishi’s stem ons tegemoet komt en ons op een shoegaze-trip volkomen doet wegdromen.
Na verschillende uitstapjes te hebben gemaakt richting andere genres zoals post-klassiek (‘For my parents’) en ambient (‘Rays of darkness’), keert MONO met ‘Nowhere now here’ een beetje terug naar zijn hevige postrock-roots, weliswaar met behoud van enkele van die rustgevende en klassieke elementen. Desalniettemin blijft de band zich heruitvinden door nieuwe genres aan te spreken, zoals in hoogtepunt ‘Breathe’. MONO profileert zich met deze release als vaandeldrager van de postrock en weet ons na tien albums nog steeds te boeien en te ontroeren.