Met ‘Give Up’ kregen we in januari al een voorsmaakje van de nieuwe plaat van Miles Kane, en toen stelden we ons meteen de vraag of Kane erin zou slagen om een heel album zo groots en gonzend te klinken? Lang hebben we ons die vraag niet moeten stellen, want op nog geen drie kwartier tijd slaat hij alle twijfel aan diggelen: ‘Don’t Forget Who You Are’ is een knallende wake-up call, waarmee Miles Kane meer dan ooit de puntjes op de i zet.
De cd bevat elf mokerslagen met bruggen die bol staan van de vlijmscherpe gitaarsolo’s. De van Kasabian geleende intro van ‘Taking Over’ nodigt al meteen uit tot een potje luchtgitaar; de ritmegitaar zorgt immers voor die typische swagger waarmee deze muzikant zo graag uitpakt. Het geheel mondt al snel uit in een refrein waar een gemiddelde tornado in Oklahoma niet tegenop kan. Kane slaagt erin om torpedo’s van riffs te combineren met een hoog popgehalte in de refreinen.
De songs zijn zelfvoldaan en in your face. In ‘Better than That’ blaakt Kane van het zelfvertrouwen: “Take a locomotive with its head all full of steam, I feel better than that, Like a Saturn C5 rocket with a rollercoaster scream, I feel better than that.” Het doet wat denken aan zijn goede vriend Liam Gallagher, die in Beady Eyes ‘Beatles and Stones’ zonder schaamtegevoel zingt hoe hij de tand des tijds zal doorstaan zoals de bands uit de songtitel. Wel, op ‘Don’t Forget Who You Are’ klinkt Miles Kane meer dan ooit als de broertjes Gallagher op hun hoogtepunt, minus de ruzies. Oasis is helemaal terug bij ‘Out of Control’, dat het potentieel heeft om uit te groeien tot een even grote meezinger als ‘Wonderwall’.
Eveneens schaamteloos, doch met verve goedgekeurd, zijn de swingende la-la-la’s in ‘Don’t Forget Who You Are’, dat verder gekleurd wordt door een boeiende intro die zo uit een jaren 70-western geplukt lijkt. De artiest komt ermee weg omdat de melodie je ferm bij de haren grijpt, en omdat het geheel erg organisch klinkt. Luister maar eens hoe perfect de uit de jaren ’70 weggelopen backing vocals tijdens ‘Tonight’ passen bij de bulderende klankkast van Miles.
Kane vuurt de ene na de andere kanonskogel op zijn luisteraars af, en je zou kunnen zeggen dat eerste album ‘The Colour of the Trap’ veelzijdiger is. Maar de twee rustpunten in deze rollercoaster bewijzen het tegendeel: het voornoemde ‘Out of Control’ en ‘Fire in My Heart’ met Paul Weller op piano. Dat is meteen Kanes aanzet tot een kampvuursong, zonder dat de mysterieuze energie ook maar een seconde uit z’n stem verdwijnt. Weller keert nog eens terug voor ‘You’re Gonna Get It’, dat ondanks het op-en-top rock-‘n-rollrefrein zelfs niet in onze top drie van deze cd staat. ‘Bombshells’ is dan weer het hoogtepunt van de uitstapjes richting glamrock, inclusief een tekstuele én muzikale herinnering aan ‘Teenage Kicks’ van The Undertones.
In de gitaarlijn van afsluiter ‘Darkness in Our Hearts’ weerklinkt de echo van The Strokes’ ‘Last Nite’ opgesmukt met de typische Britpopstempel van Miles Kane. Hij goochelt elf songs lang met invloeden alsof het niets is, en weet er keer op keer zijn eigen, typerende sound aan vast te lijmen. Kane slaagt er na twee platen in om een potige, explosieve cocktail te ontwikkelen die we voor de volle 100% als van hem kunnen beschrijven. “I’ll shine so hard, I’ll stand apart,” zingt hij in de titelsong. Miles Kane doet beide met een niets ontziende honger naar rock-‘n-roll en grote podia. Het weze hem meer dan ooit gegund.
Miles Kane kan je deze zomer live aan het werk zien op Pinkpop (15.06, info & tickets) en op Pukkelpop (15.08, info & tickets).
Album verdeeld door Sony Music