Toen ik de kans zag om Ben Lukas Boysens nieuwe plaat te recenseren, greep ik ‘m zonder nadenken, want wát een voorbodes waren ‘Medela’ en ‘Clarion’! Toch heb ik bijna drie weken na de release nog steeds niets op digitaal papier staan.
Vele uren lang schalden de zes songs van ‘Mirage’ door mijn laptop, boxen en koptelefoon. Heel mooi klonk dat, maar nooit vond ik het juiste woord om een recensie mee aan te vangen. Elektronische genres vind ik nu eenmaal vaak moeilijk te beschrijven. Dat is grotendeels een persoonlijk euvel; ik ken namelijk Indiestyle-collega’s die wél met talloze rake vergelijkingen op de proppen zouden komen en wél weten welk soort beat dat bbbbkkkkkrrrr-geluid is. Ik doe m’n best.
Moest je het nog niet weten: Boysen is een producer, eentje uit Berlijn dan nog, die zich voornamelijk bezighoudt met soundtracks. Zo klinkt ook zijn derde studioplaat soms: ‘Kenotaph’ had de introsong van een nordic noir-serie kunnen zijn, tijdens de dramatische seizoensfinale speelt ‘Clarion’ in de achtergrond. Toch zijn het niet die organische, sfeervolle lappen muziek die van ‘Mirage’ een erg goeie plaat maken.
Het is vooral de haarfijne, bijwijlen progressieve, productie van opener ‘Empyrean’, die meer dan één zintuig tegelijk lijkt te prikkelen – zoals ASMR dat soms kan. ‘Medela’ schuurt en hypnotiseert achtenhalve minuut lang en ‘Love’ schudt voor het eerst sinds lange tijd een herinnering aan het magistrale ‘Glitter recession’ van East India Youth uit mijn cerebrale cd-rek. Maar het meest adembenemend is ‘Venia’, dat tijdens z’n prachtige opbouw subtiel knettert en zachtjes rammelt. Kan tippen aan het beste van Apparat.
Zo; het is eruit. Misschien kwam het uitstelgedrag toch deels voort uit luiheid. Of misschien was de muziek te mooi om te luisteren met een lelijk, wit Word-document als achtergrond. Wie zal het zeggen? Geniet van de plaat.