Het voelt een beetje alsof de rijke discografie van Eels in 2014 al werd afgerond met het retrospectieve ‘The cautionary tales of Mark Oliver Everett’. Het verhaal afgelopen, frontman E eindelijk stabiel. De relatief afstandelijke opvolger ‘The deconstruction’ uit 2018 leek dan ook vooral een bonusplaat: niet onaangenaam, niet noodzakelijk. Deze ‘Earth to Dora’, bonusplaat nummer twee, durven we zonder schroom ‘overbodig’ noemen. ‘Jammerlijk’, zelfs.
De albumhoes stemde ons nochtans hoopvol: de sad clown leek te duiden op een terugkeer naar de persoonlijke dramedy die de immer ironische E de voorbije 25 jaar opvoerde ter verwerking van zijn werkelijk trieste leven. Helaas: deze spin-off raakt hart noch trommelvlies. De plaat is vernoemd naar Dora, een trieste technicus die ooit eens mee op tournee was met Eels en naar wie E opbeurende berichtjes stuurde – flarden tekst uit die sms’jes vind je terug in de titelsong. Het lijkt de eerste keer in 25 jaar te zijn dat Eels’ muziek niet om E’s éigen miserie gaat. Waar is de man heen die zich normaal zo graag in zelfmedelijden wentelt (en er zelfs zijn handelsmerk van maakte)?
Wanneer E het dan toch eens over zichzelf heeft, is het resultaat meestal flauw – niet in het minst wat de lyrics betreft. ‘Are you who you say you are? Someone I’ll know for long or someone who doesn’t deserve a song?‘, klinkt het in ‘Who you say you are’, een liefdeslied dat door een elfjarige lijkt geschreven. Muzikaal is het een door en door typische Eels-song die we al in twintig verschillende vormen lijken gehoord te hebben (en twintig keer béter, neem bijvoorbeeld ‘Little Bird’ (2010) of ‘In my dreams’ (2009)). De pijn is vervaagd en dat vinden we, sadistisch genoeg, jammer.
De songs van Eels waren in het verleden vaak mooi in hun eenvoud, en dat is hier vooral het geval bij de leuke opener ‘Anything for boo’. Het is samen met de ‘Beautiful freak’-achtige popsongs ‘Are we alright again’ en ‘The gentle souls’ het enige lichtpuntje op deze plaat. De andere simpele liedjes op ‘Dora’ zijn nogal doorzichtig. Het is geen geheim dat Eels wel van voorspelbare akkoordenschema’s houdt, maar hier ligt het er meestal te dik op (‘Unsent letters’, ‘Waking up’). E haalt ook tevergeefs enkele oude trucjes van onder het stof: een geforceerde parlando in ‘OK’ (dat deed hij beter in ‘Susan’s House’ (1996) of ‘Apple Trees’ (2010)) en de ‘funny‘ song ‘Are you fucking your ex’ – de titel is beter dan het nummer. En dan hebben we het nog niet over de lamlendige single ‘Baby let’s make it real’ gehad. Gaan we ook niet doen.
Het is zover: voor het eerst sinds 1996 heeft Eels een slecht plaat gemaakt. We legden zonet ter reiniging van de oren nog eens ‘Blinking lights and other revelations’ uit 2005 op en werden duizelig van het hoogteverschil. Sorry E, we vonden je leuker toen je ongelukkig was.