Is er een kruisbestuiving mogelijk van dance punk, een mengeling van acid jazz en jazz rock en afrobeat? De mengeling alleen al klinkt bevreemdend doch charmerend. Het antwoord op de vraag is niet alleen positief. Beter nog, saxofonist Pete Wareham doet het na een resem eerdere projecten en bands nu al bijna een decennium met zanger Kushal Gaya. In ‘100% yes’ trachtte Melt Yourself Down reeds meer dance-gericht te werken, zonder de flair en authenticiteit van de band te verliezen. ‘Pray for me I don’t fit in’ gaat enigszins verder op datzelfde elan, maar ziet de band verder en verder in conventionele patronen struinen.
In de beginjaren van de band leek men qua ethos vrij hard te leunen tegen die van free jazz. Die heeft echter gaandeweg plaats gemaakt voor meer een meer klassieke structuur met vers en refrein. De instrumentele exploten moesten bovendien wijken om meer ademruimte te laten voor Gaya’s zang. ‘All we have’, ‘Ghosts on the run’ of ‘Sunset flip’ zijn bijvoorbeeld nummers op het album waar Gaya zich meest als ‘frontman’ weet te profileren. Waar de mans stem dient als instrument in plaats van als verhaler, kan deze doorheen de verschroeiende instrumentatie soms verwateren. Hierdoor is het niet altijd duidelijke welke richting de band precies uit wil.
Dat wil niet zeggen dat het muzikaal niet snor zit. Integendeel, de intensiteit spat er bij momenten af. Het doet daarbij denken aan eerdere nummers en hoe deze in een live-setting zouden weerklinken. De titeltrack is zo bijvoorbeeld een binnenkomer van jewelste waar de band je overlaadt met saxsalvo’s. De “hey yeah“‘s en het handgeklap in het daaropvolgende ‘Boots of leather’ zijn zo nog voorbeelden. ‘For real’ tekent dan weer als één van de hoogtepunten op het album waar de combi bas en sax elkaar verhemelen naar duizelingwekkende hoogtes.
Maar wanneer je meer nadruk wilt leggen op zang, dan zou je verwachten dat Gaya en zeker Wareham als spilfiguur van de band, meer te vertellen hebben op de plaat. Dat blijkt hier echter niet het geval, soms zelfs tot op het tenenkrommende af (‘Fun fun fun’ bijvoorbeeld). Toch wegen die zaken niet zo hard door. Getalenteerd als Melt Yourself Down is, weten ze je instrumenteel in enkele nummers compleet weg te blazen. ‘Pray for me I don’t fit in’ is niet meteen het angstvallige outcast-album Wareham je wilt doen geloven te hebben gemaakt. Desalniettemin is het een heel plezier om zonder na te denken over de teksten even af te dwalen in de dwaze jazz-landscapes van de band.