Gouden tanden, een ongeschoren, ietwat vies baardje en een doodse blik die bijna buiten het albumkader wordt geworpen. De platenhoes van ‘Punken’ sluit perfect aan bij onze oppervlakkige opvatting van de zogenaamde Soundcloud rap, het immens populaire subgenre dat ons eerst de hit ‘XO Tour Llif3’ schonk en vervolgens opzadelde met ‘Gucci gang’. Zoals het hoort gaat Maxo Kreams album over het leven in the trap, het jonge drugsmilieu in Amerikaanse buitenwijken, waar iedereen lean sipt uit styrofoam cups en zich verdooft met Xanax. Wie zoekt naar de samenballing van depressie en verdoving eigen aan het milieu, verwijzen wij door naar Futures inmiddels klassieke album ‘DS2’. Wie daarentegen een haarfijn, razend spannend docudrama verkiest, schrijven wij ‘Punken’ van Maxo Kream voor.
Want Maxo Kream is geen piepjonkie dat mompelt over Xanax slikken, of een doodbrave burger die pretendeert drugskoning te zijn. Hij was het brein achter de Kream Clicc Gang die twee jaar geleden opgerold werd, iets met 40 kilogram hoog-kwalitatieve marihuana, 2000 pillen Xanax en dertien geweren. Na één dag in de cel, en het formeel ontkennen van elke betrokkenheid op Twitter, ging zijn tour verder. Maar begin nog niet te puffen en zuchten met het vooruitzicht op alweer een slecht voorbeeld voor de jeugd, Maxo Kream weigert het drugsmilieu te verheerlijken en levert een soms pijnlijk autobiografische vertelling van het opgroeien zonder enig perspectief.
Opener ‘Work’ komt meteen binnen met “Used to stash the package in the mattress or the sofa / Mama kept complaining ’bout the marijuana odor”, en detailleert hoe hij als twaalfjarige binnenrolde in the trap, om zijn tennisschoenen te kunnen kopen. Meteen daarop volgt het verhalende hoogtepunt met ‘Grannies’, waarin Maxo in één ademloze flow het verhaal van zijn jeugd uit te doeken doet. Hoe hij op zijn vijftiende het huis uit werd gezet en bij zijn grootmoeder ging inwonen. Hoe zijn tante daar zijn wiet oprookte. Over hoe zijn broer ook daar introk na zijn gevangenschap en hem hardhandig binnen trok in de dealerwereld. Of hoe zijn favoriete, maar verslaafde nonkel in zijn geheugen gegrift staat: “Petty, thief, and junkie, but he always had my most respect / When I was six, I seen him stab a nigga, and he bled to death“
‘Punken’ houdt ons niet alleen verhalend op het puntje van onze stoel, ook de productie is verrassend melodisch en afgelijnd vergeleken met de populaire, atmosferische trapproductie van Metro Boomin’ en al diens na-apers. Wij vielen van het puntje van onze stoel recht op onze smoel toen we plots Tame Impala hoorden op ‘Pop another’, direct gevolgd door “Pop another pill / pop another seal”. En hoewel Maxo het vaak heeft over hoe hij bakken met geld verdient, hoe hij pillen slikt bij de vleet en hoe makkelijk hij de vrouwen op zijn piemelus krijgt, zet hij ons telkens op onze plaats wanneer we denken dat hij niet deugd. Zo lijst hij op ‘Astrodome pt. 2’ zijn favoriet vrouwelijk schoon op, om vervolgens de klassieke genderrollen in hiphop om te draaien in het refrein met “I’ma slut / I’ma thot”. Op ‘Love Drugs’ beschrijft hij tegen een melancholische achtergrond hoe zijn huwelijk met harddrugs al zijn relaties verstikt. Of dan is er het pikzwarte ‘Go’, waarbij “My shooters so young, they was born in the millennium” steevast het haar in onze nek doet rechtstaan.
Deze review zou nog dubbel zo lang uitgesponnen kunnen worden. Er zijn nog zo veel onbesproken, heerlijke momenten, van ‘Capeesh’ (“Maxo Socrates”) tot ‘Roaches’ (“Momma still ask me how the fuck I get that Xbox”). Maar afsluiten doen we met Maxo’s eigen woorden over ‘Grannies’: “I made this song so people could understand me. A lot of my fans are in the white hipster internet crowd. They like my music, but they don’t know why I say certain shit. They can’t relate to it. ‘Grannies’ describes a typical scene at my Grandma’s place which is where I lived after mom and dad kicked me out when I was 14 or 15 years old. Everything I said in that song, niggas know. Ain’t no secret, it’s real.”