Het is een straffe madam, die Mavis Staples. Met al 78 lentes achter de rug heeft de Amerikaanse soul- en gospelzangeres al heel wat op haar palmares, zowel op muzikaal vlak als haar inbreng omtrent burgerrechten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat haar nieuwe plaat ‘If all I was was black’ wederom de vinger legt op enkele pijnpunten van de Amerikaanse samenleving, of het nu gaat om de aangewakkerde rassenstrijd of de politieke desinteresse errond. Het rauwe ongeloof van mevrouw Staples is meermaals voelbaar, maar zoals het haar warme stemkleur en het soulgenre betaamt, blijft ze hoopvol uitkijken naar betere aardse sferen en voelt het niet allemaal gitzwart aan.
In tegenstelling tot haar vorige langspeler ‘Livin’ on a high note’, verkiest Staples nogmaals om haar eieren in het mandje te leggen van producer en Wilco-frontman Jeff Tweedy. Hij schreef eigenhandig alle composities van het nieuwe ‘If all I was was black’ en neemt zelfs even het heft in handen in het zedige ‘Ain’t no doubt about it’ met onderhuidse americana. De sfeer die Tweedy en Staples daar collectief oproepen met afgewogen riffs en opgewekte teksten, is ook de coryfee in ‘Peaceful dream’. ‘Build a bridge’ neemt het daarentegen nog een stapje verder: zacht getrommel, sporadisch gitaargeronk en een bezield achtergrondkoortje geven het kenmerkende geluid net dat beetje meer diepte. Op deze nummers speelt Tweedy erg in op de sterktes van Staples, waardoor we het niet meteen als vernieuwend ervaren.
Tweedy heeft echter onze smeekbeden om dat beetje meer gehoord: ‘Little bit’ misleidt je namelijk met een onverschrokken riff die de bluesrock-achtergrond van de producer verklapt. De daaropvolgende verhaalvertelling die Staples hanteert met haar koor en gitaargerag stralen de genialiteit uit van een ongeremde Shuggie Otis. De speelse orgel en het vingervlugge gitaarwerk in ‘Who told you that’ pikt in op het potentieel van Staples. Het zou zo een onuitgebrachte single van Alabama Shakes kunnen zijn, ook al is het moeilijk te tippen aan het excentrieke stemgeluid van een Brittany Howard. ‘No time for crying’ doet dan weer een gooi naar uptempo Southern rock waar de snaartrillingen nog een tijdje blijven zweven in het trommelvlies. Het totaalplaatje wordt vervolledigd in afsluiter ‘All over again’, dat poogt de kerk in het folky midden te houden.
Het is de derde maal dat de soulzangeres in het bootje stapt met Tweedy om een plaat uit te brengen, maar zelden werd er op hun voorgaande samenwerkingen zo uit hun comfortzone gestapt. Staples’ ‘Living on a high note’ uit 2016, waar ze onder meer samenwerkte met Nick Cave en Ben Harper, toonde al aan dat ze meer kan dan generische gospel en soul. Tweedy heeft ongetwijfeld zijn mosterd gehaald bij die ongewone, op z’n zachtst uitgedrukt daverende, producties. De deuren naar straf werk zijn nochtans al een tijdlang geopend.