Mattias De Craene brengt je in hogere sferen op ‘A house where I dream’

door Yannick Verhasselt

Het raakvlak tussen jazz en elektronica wordt de laatste jaren alleen maar groter gemaakt. Er zweven dan ook enorm veel mogelijkheden om bijvoorbeeld blaasinstrumenten als elektronica dan wel ambient of zelfs drone te doen klinken. Daarnaast kan een muzikaal huwelijk eveneens van toepassing zijn – iets waar Nala Sinephro’s ‘Endlessness‘ bijvoorbeeld wéér in uitblinkt. Mattias De Craene mocht in het kader van Videodroom en Film Fest Gent een film uitkiezen en daarop een nieuwe soundtrack boetseren. Het resultaat is een prachtige reis met een beetje van beide in verwerkt.

De Craene koos de surrealistische picture ‘The Holy Mountain’ van Alejandro Jodorowsky uit 1973. In principe was de compositie in het kader van het concert gepland voor 2023. Maar zowel fysiek als mentaal hield z’n lichaam hem uiteindelijk een halt toe. Opgebrand. En zo begon De Craene aan zijn eigen holy mountain bij het perfectioneren van dit album. In de reinste zin van het woord is de plaat niet eens een jazz-album, maar eentje die via loops en opnames van saxofoon aan elkaar hangt.

‘Transcension’ is in drie prachtige delen opgesplitst. De ambience is hier heel erg dik, met hier en daar een streep sax. Alhoewel het gure soundscape dat De Craene hier tracht op te bouwen zowel iets moois als iets mysterieus in zich houdt. Het opmerkelijke is dat de track(s) lijken opgebouwd alsof ze als de zee heen en weer lijken te deinen. Alsof het een metafoor is voor het zoeken, opbouwen, afbreken en opnieuw beginnen zowel in het kader van de muziek als De Craene’s eigen spirit.

In de tweede helft van het album schemeren blaasinstrumenten meer door. In ‘A stranger that loves me’ klinkt de sax bijna eenzaam, verlaten. Er overvalt je tristesse die je moeilijk onder woorden kunt brengen. Verder weet De Craene in een nummer als ‘Away’ je een ongemakkelijk gevoel aan te smeren. Starend in de nietigheid. Naarmate de track vordert, ontvouwt zich een surrealistische wereld door ijzingwekkende drones die langzaamaan lijken te groeien naar een crescendo.

Het mooiste nummer is waarschijnlijk ‘You and me’. Een nummer waarin een lonesome saxofoon de hoofdrol krijgt en waarin een dikke wolk van ambience als kabbelend water onder lijkt te stromen. Hier en daar hoor je stofjes en stukjes sax het instrument vergezellen. Sporadisch, in een vlaag. Soms vergezellend, elders tegen de stroom in en botsend.

Het album wordt ten slotte afgesloten met ‘Shepherd’s glow’ – een nummer dat ondanks de titel weinig glow in zich heeft. Soelaas wordt niet meteen geboden aan de top van de berg. De donkere soundscapes klinken bijna macaber. Misschien was het belangrijkste wel – cliché – de reis langs de berg en niet zozeer het uitzicht? ‘A house where I dream’ is een uitzonderlijk album waar De Craene zonder toegevingen z’n duivels heeft op kunnen ontbinden.