Het twaalfde album is dit al voor de Manic Street Preachers. Sinds hun debuut in 1992 wisten ze ons steevast te boeien met songs die muzikaal bekoren en tekstueel de tijdsgeest weten te vatten. En gelukkig is dat ook nu weer het geval.
Het titellied vat alvast aan met observaties omtrent de terreur die godsdienstfanatici zaaien om meer algemeen beschouwend toch de positieve boodschap uit te dragen dat het uiteindelijk wel goed komt. Het is een optimisme dat niet telkens terugkomt. In ‘Walk me to the bridge’ loert zelfmoord om de hoek en de oproep ‘Let’s go to war’ is al evenmin om vrolijk van te worden. Toch dient zich hier een ideale single aan want dit is een onversneden rockanthem zoals we dat van de Welshmen al vaker voorgeschoteld kregen. ‘The next jet to leave Moscow’ is een sneer waarvan we de geadresseerde niet hebben weten te achterhalen. Muzikaal wordt uit de bron geput waaraan Midnight Oil zich laafde in hun hoogdagen. Voor liefdesliedjes zijn we duidelijk niet aan het juiste adres bij deze band. De blik is gericht op de wereld (‘Europa geht durch mich’) en af en toe op de afgronden in de eigen ziel (‘Misguided missile’).
Wie zich liever niet verdiept in de soms linkse, soms psychologiserende lyrics, kan zich als vanouds focussen op de melodieën en arrangementen. ‘Divine youth’ is een prachtvoorbeeld van hoe het trio erin slaagt allerlei elementen die ons bekend voorkomen bij elkaar te brengen op een aangename en frisse manier. Ook met de rest zit het snor. Het tempo is afwisselend, de idiomen van de alternatieve rock zetten ze naar hun hand en de gitaarsolo’s stralen klasse en kunde uit. Het instrumentale ‘Dreaming a city (Hughesovka)’ reikt net iets verder dan vier minuten die vermoedelijk ook hadden volstaan om het woordeloze verhaal te vertellen. Enkel de lengte weerhouden we als minpuntje. En nu we toch kritiek leveren, moeten we het even hebben over ‘Black square’. Dat nummer klinkt immers als een doorslagje van de minder originele songs waarmee sommige eerdere albums gevuld werden. In vroegere tijden zou dit enkel als b-kantje verschenen zijn. Wie de Manics pathos en bombast verwijt, vindt hier een steekhoudend argument. ‘Between the clock and the bed’, dat erop volgt, is de mantel der liefde om het schoonheidsfoutje te bedekken.
Dit drietal heeft allang zijn eigen sound gevonden die plaat na plaat verfijnd wordt en bijgeschaafd zonder zijn essentie te verliezen. Daardoor klinkt ‘Futurology’ niet vernieuwend en zelden origineel. Niettemin verdienen deze mannen alweer hun sterren. Al vermoeden we niet dat je op het einde van het jaar dit schijfje hoog zal zien opduiken in allerlei lijstjes. Teleurstelling wordt ons desalniettemin onthouden en alweer geldt de groepsnaam als een kwaliteitslabel.
Voorlopig staan er nog geen concerten gepland in de Lage Landen. Houd zeker de website van de band in de gaten.
Album verdeeld door Sony Music