Hipster alert! Luke Wyland komt uit het Amerikaanse hipstermekka Portland en speelde voordien in het ondergewaardeerde Au, dat tussen 2005 en 2012 enkele experimentele folkpop-albums à la Animal Collective en Grizzly Bear uitbracht. Ondertussen zijn we zes jaar later en acht de multi-instrumentalist de tijd rijp om het als soloartiest te proberen. Als LWW presenteert hij op ‘3PE’ een reeks opnames van improvisaties die grotendeels dateren uit de periode kort na Au’s laatste album. Het resultaat geeft een uitdagende maar intrigerende kijk in de hersenpan van de tegendraadse Amerikaan.
Opener ‘CTP’ gaat onheilspellend van start met de bevreemdende klanken die Wyland uit een synth-orgel weet te persen. Wat volgt is een reeks spanningsbogen die elk in hun eigen genre lijken te huizen. Het merendeel bestaat uit electronica met episch gitaarspel, hetgeen we Nicolas Jaar en Dave Harrington onder de noemer Darkside al eerder hoorden doen. Hij lijkt met gemak dezelfde sfeer te creëren als voorgenoemde heren, alleen focust hij minder op het melodische aspect. Het zal dus minder lang in je hoofd blijven rondspoken als bijvoorbeeld ‘Paper trails’, maar het laat wel een gelijkaardige overrompelende indruk na. Het openingsnummer is trouwens de eerste en meteen ook laatste volledig uitgewerkte track van het album.
Het vervolg van de plaat zal naar alle waarschijnlijkheid een doorsnee muziekliefhebber snel doen afhaken, maar liefhebbers van individualistische, muzikale meditatieoefeningen zullen heel wat schoonheid kunnen terugvinden in Wylands experimenteergedrag. Zo zoekt hij naar evenwicht tussen harmonie en dissonantie in ‘P&B’ en ‘DTE’. Eerst via een vloeibaar klinkende, met effecten overladen gitaar, later met frenetiek botsend gepiep en getuut – een beetje als Gene Hackman die in Coppola’s ‘The conversation’ met z’n primitieve afluisterapparatuur op zoek gaat naar de juiste frequentie.
Het aan Steve Reich schatplichtige ‘PNO’ is een heerlijk samenspel tussen repetitief pulserende toetsen enerzijds en een lichtvoetig solerende piano anderzijds. Een mooie soundtrack, de film moet je er zelf bij bedenken. Op ‘LSP’ gaat Wyland min of meer dezelfde toer op. Al vervangt hij hier voor het soleerwerk de piano door een gitaar en is de toon somberder van aard. ‘PRC’ gaat dan weer een helemaal andere kant uit. Elf minuten lang verkent de Portlander aan de hand van hypnotiserende percussie de grenzen van de trance op.
Dat ‘3PE’ niet voor iedereen weggelegd is, mag duidelijk zijn. Een gebrek aan duidelijke songstructuren werkt voor de ene afstotend, voor de andere als een magneet. Wyland laat als LWW in ieder geval nogmaals zijn talent zien en doet uitkijken naar volgend werk. Iets waar we hoogstwaarschijnlijk niet al te lang op moeten wachten, gezien het hier om de eerste in een reeks geplande releases gaat. Met meer uitgewerkte nummers zou hij dan wel eens een groot publiek kunnen aanspreken.