Gooi Regina Spektor in de mixer met Ellie Goulding en een vroege Tegan and Sara en je hebt Lucy Rose. De naam alleen al is zo zoet als een suikerspin en dat is wel het minste wat van haar debuutalbum ‘Like I Used To’ kan gezegd worden. De voormalige achtergrondzangeres van de Engelse indiesensatie Bombay Bicycle Club wil tonen dat ze het ook alleen kan met haar eerste studioalbum. Maar kan ze het ook bewijzen?
Hevig tokkelende gitaren en drums verwelkomen ons in ‘Red Face’. Het eerste nummer van het album voelt aanvankelijk wat onwennig, maar houdt duidelijk een belofte in. Het sleept een beetje aan, maar kan naar het einde toe toch de verwachtingen waarmaken met een Lucy Rose die fanatiek “Take what you want, leave what you didn’t need” herhaalt. Het derde lied, ‘Lines’, zit dan weer van de eerste tot de laatste noot goed en heeft radiohitpotentieel. Het klinkt als een Florence Welch met een beetje keelpijn, wat zeker en vast een compliment is.
Hierna kabbelt de plaat kalmpjes verder. De songs blijven een beetje onopgemerkt, maar Lucy Rose sleept je mee met haar zachte en lieve stem. Het is moeilijk het gevoel van naïviteit en sentiment van je af te schudden. Maar net wanneer je dreigt te verdrinken in een zee van zelfmedelijden komt er een opzwepend ritme dat je weer naar boven trekt. In ‘Watch over’ vraagt de lieve mops ons “Tell me, is this what you’re looking for?”. En inderdaad, dit was precies wat we nodig hadden: wat meer pit, wat meer ritme en wat meer leven. En zo is het met elk nummer op Like I used to: je weet nooit echt waar het naartoe zal gaan. Het zijn stukken met een persoonlijkheid die je beter leert kennen telkens je ze beluistert en die je overspoelen in vlagen van instrumentale ups and downs.
Het hele album is zeemzoet, omgeven door een trieste sfeer, en het sleurt je terug naar die verwarrende tienerjaren waarin alle levensvragen nog liefdesvragen waren. Maar het is niet allemaal kommer en kwel. “Hold your head up high, think of a better time” moedigt ze ons aan in ‘Place’, een lied waarin ze zowaar hoopvol en optimistisch is. En in ‘Don’t you worry’ wordt ze zelfs zelfzeker en uitdagend: “You’ll take me home tonight, we both know that”.
Lucy Rose is als een moderne Suzanne Vega, zeker in ‘Night Bus’: met een breekbare en broze stem, maar sterke teksten die een verhaal vertellen en zinnespelen op een powervrouw die schuilt achter de fragiele stem van een klein meisje. Maar komt die vrouw ook naar boven? Af en toe, zoals in ‘Middle of the bed’ wanneer ze zingt “I’m over it, I’m over you” op een ritme dat zelfs uitnodigt tot een beetje heupwiegen. Ook in ‘Lines’ horen we iets anders: een meer dreigende Lucy Rose, eentje die kwaad is en op wraak belust. Jammer genoeg breekt ze meer dan ze bouwt. Resultaat zijn songs die je soms bij de keel grijpen, maar nooit echt wakker schudden.
In ‘Little Brave’ hoor je echter wat Lucy Rose werkelijk in haar mars heeft. Verdorie, denk je dan, waarom klinkt de hele plaat niet als dit nummer? Het doet je hunkeren naar meer, meer van dat. De vraag is waar deze dame in de toekomst naartoe zal gaan. Want toegegeven, het kan alle kanten uit. ‘Like I Used To’ is zeker geen slecht album, maar het is ook niet de revelatie waar we op zaten te wachten. Het is zo’n muziek waar je naar luistert op regenachtige dagen, in een dekentje gewikkeld en starend naar hoe regendruppels een tekening maken op het raam.
Lucy Rose live zien kan binnenkort onder meer in Brussel (Botanique, 16.02, info & tickets), Rotterdam (Rotown, 03.03, info & tickets) en Amsterdam (Paradiso, 04.03, info & tickets).
Verdeeld door Sony Music