De Amerikaanse Roz Raskin vormde eerder een bandje met Roz And The Rice Cakes, tot er in 2018 de ep ‘secret princess’ verscheen van haar nieuwe project Nova One. Terwijl The Rice Cakes bekend stonden als experimenteel door hun ritmische progressies, geniet NOVA ONE van de soepele subtiliteiten die de luisteraar onschuldige troost bieden. Frontvrouw Raskin voert openhartige gesprekken over zelfliefde en het belang van persoonlijke groei. Zo doorbladert ze hoofdstukken over queerness, vrouwelijkheid en gender, die gebundeld zitten in een sixties-kaftje. We lezen en appreciëren graag haar open boek, maar moeten lang wachten op een interessante plottwist. Wanneer een boek langdradig wordt, slaan we dat al gauw terug dicht.
Raskin bewijst wel meteen dat ze een overtuigende schrijfster is. Op ‘Violet dreams’ is ze in staat om een diepe stemming op te roepen en zware emoties over te brengen. Dat nummer was geen toevalstreffer. Raskin demonstreert haar geschenk voor levendige en rake songwriting, of je nu luistert naar het sobere ‘Light years’ of het van rust naar chaos opbouwende ‘Let’s party’. Daarnaast zorgt haar unieke stem op z’n minst voor een extra dimensie. Ze start meestal vanuit een zachte sopranostem. Die krijgt soms weinig ruimte in haar strottenhoofd en schiet naar haar neusgaten waardoor ze wat nasaal gaat klinken. Een niet zo gemakkelijk evenwicht lijkt het. Voor ons is het nog niet duidelijk of dat een goede of slechte zaak is, nu is het helaas wat irritant.
Muzikaal gezien is ‘Lovable’ geen bijzonder merkwaardig product. Met ‘Somebody’ profileert Raskin zich als een typische sixties-dame, wat ze trouwens ook laat merken in haar nieuwe look met opgestoken oranje kapsel, dikke eyeliner en weelderige jurkjes. De impact daarvan op haar muziek is echter pover en voorspelbaar. De lichte gitaarstroken en klassieke castagnettenritmes maken van ‘Somebody’ een fletse en brave bijdrage. In het titelnummer voegt de sixties-invloed wel een meerwaarde toe. De afwisseling tussen zwaardere strofen en lichtvoetige refreinen brengen er de broodnodige afwisseling in, die in de rest van het album ontbreekt. Zware drumslagen op ‘Close encounter’ maken het nummer zwaar en lastig. Datzelfde nummer bestaat ook al in de versie van Roz And The Rice Cakes en klinkt daar veel interessanter door de veelheid van klanken tijdens het nummer. Op deze plaat is echter niet zo kwistig omgegaan met geluiden en instrumenten. Op ‘down’ horen we bijvoorbeeld enkel een orgel. Dat maakt het oprecht, als een zelf opgenomen dagboekcassette, maar in deze vorm is dat helaas niet genoeg om ons te raken.
De plaat is een getuigenis van hoe moeilijk het soms kan zijn, ter geruststelling voor degenen die hetzelfde voelen. Als je je wel oké voelt, is het moeilijk om geboeid te blijven. Er is geen variatie op de plaat. Alles werkt op hetzelfde trage ritme en met voorspelbare melodieën. En dan is haar stem ook nog een groot vraagstuk.