Dat Inga Copeland een van de interessantste internet-era artiesten is, staat ondertussen buiten kijf. Die status verwierf ze in eerste instantie samen met spitsbroeder Dean Blunt onder de naam Hype Williams, een project dat ondertussen is uitgegroeid tot een waar cultfenomeen met enkele lofi-pareltjes onder de riem. Terwijl Hype Williams voortleeft (vermeend onder heerschappij van Slaughter en Silvermane) gingen zowel Copeland als Blunt hun eigen weg.
Beide artiesten blijven echter gehuld in het mysterie dat hen als Hype Williams typeerde. De solo-carrièrepaden van het tweetal zijn bezaaid met onaangekondigde releases, cryptische communicatie en muzikale zijsprongen. De manier waarop ‘The smoke’ werd uitgebracht lijkt in dat opzicht bijna traditioneel. Dit tweede album van Copeland onder de naam Lolina werd zonder perscommunicatie of enige aankondiging op de wereld losgelaten. Er was enkel deze tweet met een Bandcamp-link, meer niet.
Het is daarnaast eveneens aangeraden om alle verwachtingen te laten varen alvorens de play-knop aan te klikken; die zullen toch niet stroken met wat je te horen krijgt op ‘The smoke’. De grootste verrassing schuilt op deze plaat in Copelands zangstem, die meer dan ooit centraal staat. Tijdens haar periode bij Hype Williams klonk de artieste immers vaak weggemoffeld. Ook op haar eerste soloplaat ‘Because I’m worth it’ en Lolina-debuut ‘Live in Paris’ was haar stem over de projecten in hun geheel ondergeschikt aan haar productionele kunsten.
Hoe verfrissend Copelands speelse, soms licht apathische zang ook mag zijn (zeker wanneer ze er de piano in opener ‘Roulette’ mee doorboort), ze zet je met deze schijnbeweging enkel op een dwaalspoor. De artieste blijft zich namelijk gretig verhullen in cryptische teksten die veel kanten kunnen opgaan. Vaak alluderen ze op abstracte maatschappijkritiek. Lolina stelt haar stem op ‘The smoke’ in dienst van de anonimiteit en werpt zichzelf op als megafoon voor het stille protest van het anonieme individu in een (geforceerd) verbonden kapitalistische wereld. Hoe onnavolgbaar sommige teksten ook kunnen zijn, Lolina weet hier en daar onverwacht naar de keel te grijpen, zoals met een cynisch snerend “I thought I had the right to be forgotten” in ‘The river’, of het treffende ‘Betrayal’, waarin ze met “You put your faith in the invisible man / And his invisible hand will blind you” minder dan gewoonlijk aan de verbeelding overlaat.
De teksten krijgen met al even moeilijk doordringbare avant-popproducties een passend jasje aangemeten. Lolina maakt er een zekerheid van dat ‘The smoke’ geen enkele rechte lijn bevat en dat desoriëntatie en dissonantie de boventoon voeren. Soms komt dat net iets te droog of te cheesy over, zo klinken de piano in het rommelige ‘Roulette’ en de eerste synth in ‘Betrayal’ bijvoorbeeld heel mager. Meer dan dat keert het bevreemdende karakter zich echter om tot iets beklijvends. Het op en neer deinende ‘Fake city, real city’ en ‘Style and punishment’ vertalen het verdoken ongemak in de teksten sprekend in hun subtiele grauwe synthtexturen bovenop dreigende baslijnen. ‘The river’ versterkt dat oncomfortabele gevoel met strijkers en buitenaardse geluiden in waarschijnlijk het enige dansvloer-proof nummer van het album. Naast grimmige bassen en houterig gebeuk baant ‘The smoke’ zich even goed een weg doorheen dartele bliepjes en arpeggio’s die rond elkaar kronkelen zonder verstrengeld te geraken, en zo in ‘A path of weeds and flowers’ en ‘Murder’ hypnotiserende acrobatie opvoeren.
Onvoorspelbaarheid is inherent aan het werk van Inga Copeland en ‘The smoke’ is daar opnieuw een mooi toonbeeld van. De acht nummers op deze plaat zijn al even ongrijpbaar als de titel suggereert. Ze wringen zich door heel wat bochten en nemen sommige daarvan iets te kort, maar weten uiteindelijk het concept vervreemding op een doortastende manier te omvatten. Elementen die aanvankelijk niet bij elkaar passen, vormen een coherent geheel, en dat maakt van ‘The smoke’ meer dan wat op het eerste gehoor klinkt als pretentieuze moeilijkdoenerij.