Via Twitter liet Kristin Hayter weten dat ze nerveus was om haar nieuwe album uit te brengen. Ze was namelijk bang een deel van de metal & noise-community te verliezen die tot nu toe fan was van haar werk. Op ‘Sinner get ready’ laat ze de industrial-invloeden achterwege en gaat ze bijna volledig akoestisch. Een nieuwe ‘Caligula’ moeten we dus niet verwachten.
Het wordt echter meteen duidelijk dat de muziek daarmee niet minder angstaanjagend is geworden. ‘The order of spiritual virgins’ opent met de lijnen; “Hide your children, hide your husbands”. Wij zijn alvast geneigd om meteen gehoor te geven aan die bedreiging. Het nummer is een combinatie van dreigende drones en dramatische piano die de immer imposante stem van Hayter begeleiden. In het midden kent het nummer nog enkele uitbarstingen. Ze klinken bijna alsof Kristin haar piano en drumstel van de trap gegooid heeft. Minder in your face dan haar vorige werk, maar daarom niet minder luguber.
“Sickness finds a way, eternal devotion” vat iets verder het thema van ‘Sinner get ready’ ook meteen goed samen op de opener. Dit album is een relaas van een extreem gelovige vrouw die worstelt met haar verstikkende overtuiging waarin God geen liefhebbende vader is, maar een hemelse tiran. Zo is ‘I who bend the tall grasses’ een moordgedicht, begeleid door de griezeligste kerkorgel die je ooit gehoord hebt. “Where does your light not shine?” klinkt eerder als een angstkreet dan als aanbidding. Vervolgens beslist ze om haar eigen geloof in God in te zetten om iemand anders dood te wensen: “If I cannot hide from you, neither can he”.
De manier waarop akoestische instrumenten hier gebruikt worden, is doorheen het album opvallend. De akoestische dissonantie van ‘Many hands’ buigt de klassieke schoonheid van dergelijke instrumenten bewust om en brengt op die manier een klaagzang die door merg en been gaat. ‘The sacred linament of judgment’ is dronende folk die klinkt als de nachtmerrie-variant van Natural Snow Buildings. Op ‘Repent now confess now’ doet Hayter ons ontdekken hoe mistroostig een banjo precies kan klinken. Van de meerstemmige zang op dit nummer zijn we trouwens niet zeker of het een engelenkoor dan wel de demonen uit de hel moet voorstellen.
Eigenlijk heeft Lingua Ignota ons met de singles nogal op het verkeerde been gezet. ‘Pennsylvania furnace’ en ‘Perpetual flame of Centralia’ zijn met voorsprong de minst lawaaierige nummers van de plaat. Emotionele rustpunten zijn het evenmin. Door de kille overtuiging waarmee ze dezelfde verontrustende thema’s bespreken, kruipen ze onder de huid en doen ze je nekharen overeind staan.
De twee afsluiters van de plaat geven mooi aan hoe deze levenswijze gedoemd is om tot ongenoegen te leiden. ‘Man is like a spring flower’ gaat over Hayters onvervulbare hartstocht die ze tevreden probeerde te stellen met onvoorwaardelijke toewijding. Al mocht het niet baten. De teksten op het daaropvolgende ‘The solitary brethren of Ephrata’ spreken dan ook boekdelen: “Paradise will be mine / No longer shall I wander / Ugliness is my home/ Loneliness my pastor”. Als zelfs de Heer de leegte in je hart niet kan opvullen, rest enkel nog de mogelijkheid om je in je eigen eenzaamheid te wentelen.
Op ‘Sinner get ready’ is Lingua Ignota zowel de inquisiteur als het slachtoffer. Het achterwege laten van de meer noisy aspecten van haar sound resulteert in een plaat die een angstaanjagende, weerzinwekkende schoonheid kent. Met haar indrukwekkende stem zingt Hayter hier enkele van de meest beklijvende smartlappen uit de afgelopen jaren. Een opera voor eindtijden.